„Surinaamse politici vervallen in de aloude vriendjespolitiek”
Paramaribo - De verkiezingen voor het eerste Surinaamse jeugdparlement waren vorige maand een flop. Nog geen 20 procent van de kiesgerechtigde jongeren nam de moeite om de weg naar het stemhokje af te leggen. Het typeert het verval van de Surinaamse politiek, een verval dat wordt gevoed door de opeenvolgende wanvertoningen in het ’echte’ Surinaamse parlement.
„De Surinaamse politiek is -hard gezegd- dood”, verzucht Mitchell Pinedo. De kleine zelfstandige heeft het na jaren volledig gehad met de bestuurders en weet nu al dat hij volgend jaar mei zijn stem niet zal uitbrengen tijdens de algemene verkiezingen. „We zitten al bijna dertig jaar opgescheept met dezelfde politici die alleen maar bezig zijn met hun eigen belangen veilig te stellen. Geen enkel oog hebben ze voor wat de kiezers van hen verlangen.”
De befaamde druppel die de emmer doet overlopen is voor veel Surinaamse kiezers in de afgelopen regeerperiode gevallen. Na een even opzienbarende als in economisch opzicht desastreuze periode, van 1996 tot 2000, met Jules Wijdenbosch als president, gaf de kiezer de Nieuw Front-combinatie van Ronald Venetiaan een tweede kans. Hoewel de nieuwe ploeg in de afgelopen jaren wel voor enige economische stabiliteit heeft gezorgd, kenmerkt het beleid zich vooral door besluiteloosheid. Een besluiteloosheid die deels wordt gevoed door de etnische tegenstellingen tussen de vier partijen die de coalitie vormen.
Het is het aloude probleem in de Surinaamse politiek. Creoolse politici komen vooral op voor de belangen van de Creolen, de Hindoestanen maken zich sterk voor hun eigen achterban en met de Javanen is het al precies zo. Al die belangen botsen regelmatig met elkaar, en dus worden beslissingen op de lange baan geschoven.
Maar ook vriendjespolitiek speelt een belangrijke rol. Zo werd vorige maand de directeur van de Surinaamse Luchtvaart Maatschappij (SLM) van de ene op de andere dag op een zijspoor gezet. Niet dat hij zijn werk niet goed deed, integendeel zelfs. Hij is erin geslaagd de maatschappij weer enigszins gezond te maken, een unicum voor een overheidsbedrijf. Wat hem de kop heeft gekost is dat hij geen politieke kleur heeft. En de SLM is van oudsher een bolwerk van de Surinaamse Partij van de Arbeid (SPA), de kleinste van de vier coalitiepartijen.
De verantwoordelijke minister is toevallig ook lid van de SPA, en dus moest de directeur plaatsmaken. Want in Nederland zit de beoogde nieuwe directeur, de zoon van de drie jaar geleden overleden SPA-voorzitter Fred Derby, al te popelen om op het pluche te mogen gaan zitten. De verwachting is dat het door de gevallen directeur gesaneerde bedrijf binnenkort weer tientallen nieuwe en onnodige medewerkers kan begroeten, allemaal lid van de SPA.
Ook de directrice van het telecommunicatiebedrijf wacht een dergelijk lot. Ook zij moet binnen enkele maanden het veld ruimen voor iemand die de SPA wél goedgezind is. Maar ook de drie andere partijen vinden het een sport om zo veel mogelijk sympathisanten op belangrijke posten bij de overheid of bij overheidsbedrijven neer te zetten.
Wat heel veel Surinamers ook in het verkeerde keelgat is geschoten, is dat Paul Somohardjo, voorzitter van de Javaanse regeringspartij Pertjajah Luhur, een dikbetaalde baan heeft gekregen als adviseur op het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. Vorig jaar moest hij daar als minister vertrekken na een voorwaardelijke celstraf van een jaar te hebben gehad wegens het ongewenst betasten van minderjarige meisjes. Niemand met een strafblad kan een baan krijgen bij de overheid, voor hem werd vanwege de politieke vrede een uitzondering gemaakt. En behalve zijn salaris ontvangt hij ook nog een fors ministerspensioen.
Onlangs bleek uit onderzoek dat iedereen die een bestuursfunctie heeft, zich geen financiële zorgen hoeft te maken. Parlementariërs verdienen gemiddeld een kleine 2500 euro per maand, maar strijken vaak hetzelfde bedrag nog eens op omdat ze ook een leuke overheidsfunctie hebben. Ze verschijnen nooit op hun werk, maar dat maakt voor de betaling niet uit. Het contrast met de gewone burger is groot. Bejaarden moeten het maandelijks met een uitkering doen van 40 euro, die steevast te laat wordt uitbetaald.
„Als die politici nou serieus zouden werken voor hun geld, dan was het tot daar aan toe”, klaagt Pinedo. „Alle goede voornemens ten spijt hebben ze niets van hun oude fouten geleerd en zijn ze weer vervallen in de aloude vriendjespolitiek. Met schaamteloze vertoningen in het parlement, bewindslieden die veel beloven maar niets doen en parlementsleden die totaal onbekwaam zijn.
Je mag liegen en stelen in de politiek zonder dat het gevolgen heeft. Dat wisten we natuurlijk allang, maar we hadden bij het aantreden van Venetiaan gehoopt dat daar eindelijk eens verandering in zou komen, zoals hij had beloofd. Als je ziet wat voor ordinaire scheldpartijen tussen politici in het parlement plaatsvinden, dan schaam je je dat je Surinamer bent. Ze hebben kennelijk niet door dat ze zich belachelijk maken, want ik heb achteraf nog nooit een politicus gehoord die zei dat het een schandalige vertoning was. Zulke politici verdienen de steun van het volk niet, die moeten thuis gaan zitten.”