Groen & duurzaamheid

Opnieuw droge maand april fnuikend voor weidevogels

„Een ramp is het, behalve in de plasdrasgebieden.” Jochem Sloothaak, coördinator soortenbescherming bij het Noord-Brabants Landschap, windt er geen doekjes om. Voor hem is het broedseizoen al ongeveer verloren. „We vinden volop dode kuikens en jonge kieviten die nauwelijks op hun pootjes kunnen staan, totaal verzwakt door tekort aan voedsel en vocht.”

Theo Haerkens
30 April 2020 10:43Gewijzigd op 16 November 2020 19:06Leestijd 3 minuten
De droogte van de afgelopen maand is fnuikend voor de weidevogels. Jonge kieviten kunnen nauwelijks voedsel vinden en bezwijken. Grutto’s stellen het broeden uit omdat ze in de verdroogde bodem niet bij de wormen kunnen. Dit is het derde jaar op rij dat a
De droogte van de afgelopen maand is fnuikend voor de weidevogels. Jonge kieviten kunnen nauwelijks voedsel vinden en bezwijken. Grutto’s stellen het broeden uit omdat ze in de verdroogde bodem niet bij de wormen kunnen. Dit is het derde jaar op rij dat a

Door de droogte van de afgelopen maand zijn grassen en kruiden niet goed opgekomen, waardoor er ook minder insecten zijn dan normaal. Dat heeft gevolgen voor de jonge vogels die zelf insecten(larven) en loopkevers moeten vangen. Doordat de bodem is uitgedroogd, zijn de wormen waar de volwassen weidevogels het van moeten hebben, dieper in de grond gekropen. Vooral gruttovrouwtjes kunnen niet voldoende eten om eieren te produceren.

Sloothaak vertelt dat de plasdrasgebieden, stukken grond die boeren onder water zetten, massaal vogels trekken omdat ze daar nog voedsel vinden. Elders zitten de wormen te diep. Kieviten hebben daar snel last van, maar ook vogels met langere snavels –grutto’s, tureluurs en scholeksters– kunnen er niet meer bij. In kleigebieden droogt de toplaag uit, barst en wordt keihard. Daar kan geen snavel doorheen. Op de zandgrond verandert de toplaag in een laag poeder zonder wormen. „Maart was nat met veel regen. Het water dat toen viel, is er in een week met veel zon en wind uitgetrokken.”

„Je ziet alleen jonge kieviten bij de plasdrasgebieden”, bevestigt Wim Tijsen, coördinator weidevogelbescherming bij het Landschap Noord-Holland. „Er zijn ook minder nesten dan andere jaren. Om de populatie op peil te houden, moet een paartje elk seizoen zeker één kuiken grootbrengen.” Als een nest mislukt, is het afwachten of de vogels nog aan een nieuw legsel beginnen. „Als ze jongen hebben gehad, beginnen ze er vaak niet meer aan.”

Rovers

Tijsen ziet dat de problemen worden verergerd doordat er veel predatoren zijn. „Vorig jaar waren er veel muizen; uilen en torenvalken legden meer eieren en brachten meer jongen groot dan normaal. Vossen en andere rovers produceerden eveneens meer nakomelingen. Die vormen nu een extra bedreiging.” Ook in Brabant zijn vorig jaar recordaantallen kerk- en steenuilen groot geworden. „Nu is er te weinig voedsel, ook voor ooievaars en reigers.” Dat betekent weinig goeds voor de kuikens van weidevogels. „De hele natuur krijgt voor het derde jaar op rij een tik”, vat Sloothaak samen.

Grutto’s stellen het broeden uit. „Ik zie alleen maar baltsende paartjes, verder komen ze niet. Het kan nog goed komen als het flink zou regenen”, meent Tijsen. Als de vogels niet op krachten komen, leidt dat tot legsels van drie in plaats van de vier eieren. „Beginnen ze te laat, dan wordt het lastig de kuikens vliegvlug te krijgen.” Hij wijst erop dat de droogte niet op zichzelf staat. De dieper liggende oorzaak is de ruilverkaveling waarbij afvoer van regenwater centraal staat. „In de winter zou je het water in de sloten moeten laten staan, maar de boeren willen droog land, zodat ze er in februari en maart met hun machines op kunnen. Nu nog water inlaten kan wel, maar voor de vogels is het te laat.”

Greppels

Sloothaak ziet dat de eenzijdige teelt van gras en mais de kwaliteit van de bodem aantast. „Er zit nauwelijks organisch materiaal in dat vocht vasthoudt.” Agrarisch natuurbeheer waarbij greppels of lager gelegen percelen onder water worden gezet, helpt zeker. „Maar dat gebeurt op te kleine schaal, de bulk van de vogels zit op boerenland buiten reservaten en natuurlijk beheerde akkers.”

Vond je dit artikel nuttig?

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer