Verdachte West-Java bekent vervoer bom
De politie in Indonesië heeft op West-Java een man gearresteerd die betrokken zou zijn geweest bij de bomaanslag bij de Australische ambassade in Jakarta, vorige week.
De man heeft toegegeven dat hij explosieven heeft vervoerd voor de voortvluchtige Maleisische bommenmaker Azahari (bin Husin), een topfiguur binnen de militante moslimbeweging Jemaah Islamiyah. Dat heeft politiechef Da’i Bachtiar vrijdag laten weten.
Eerder maakten woordvoerders van de politie bekend de afgelopen dagen in totaal zeven mensen te hebben opgepakt die banden zouden hebben met extremistische organisaties.
Een politiewoordvoerder zei dat zes van de zeven personen inmiddels in vrijheid zijn gesteld. De politie kon niet bewijzen dat de aangehouden personen banden met Azahari hadden.
Door de aanslag op de Australische ambassade op 9 september kwamen negen mensen om het leven. De Indonesische politie vermoedt dat Jemaah Islamiyah achter de aanslag zat. Deze Zuidoost-Aziatische terreurgroep zou banden hebben met het al-Qaida-netwerk van Osama bin Laden.
De aanslag was volgens de politie mogelijk toch niet het werk van een zelfmoordenaar. De bestuurder van het busje met explosieven die naar de ambassade reed, wist mogelijk niets van zijn gevaarlijke lading. Het bestelbusje reed nog toen de bommen ontploften en de politie denkt dan ook dat de ontstekers op afstand in werking zijn gesteld.
De Indonesische minister van Justitie zei vrijdag dat de toch al vergaande antiterreurwetgeving nog verder aangescherpt zal worden. Volgens Yusril Ihza Mahendra zijn er nog „te veel zwakke plekken” in de wetgeving. Zo moet de politie nog meer mogelijkheden krijgen om verdachten op te pakken. Personen die kennis hebben van een ophanden zijnde terreurdaad en dat niet melden aan de politie, kunnen na wetswijziging tot vijftien jaar cel worden veroordeeld, aldus de minister.