Geen open dag, wel virtuele rondleiding over de campus
Een open dag, meeloopdag of proefstudeerdag is voor veel scholieren onmisbaar bij het maken van hun keuze voor een vervolgstudie. In deze periode van coronacrisis is de sfeer proeven op onderwijsinstellingen echter onmogelijk. Hoe worden aankomende studenten nu geholpen bij het maken van hun keuze?
Nagenoeg alle onderwijsinstellingen hebben hun voorlichtingsactiviteiten moeten annuleren, weet Anke Koopmann, betrokken bij de studiekeuzevoorlichting van scholieren bij de door het ministerie van Onderwijs gesubsidieerde Stichting Studiekeuze123. „We zien dat er door de verschillende onderwijsinstellingen hard gewerkt is om alternatieven te bieden voor de geplande activiteiten en dat ze er over het algemeen goed in geslaagd zijn hun voorlichting op een andere manier aan te bieden.”
Bijna alle hogescholen en universiteiten kiezen voor een vorm van digitale voorlichting, ziet Koopmann. „Massaal worden er online open dagen, virtuele rondleidingen over campussen en chatsessies met studenten, docenten en studievoorlichters georganiseerd. Op die manier hopen onderwijsinstellingen scholieren toch van informatie te voorzien.”
Weegschaal
Dat vervolgopleidingen alles op alles zetten om de voorlichting door te laten gaan, vindt Koopmann positief en noodzakelijk. „De studiekeuze is nog door lang niet alle leerlingen gemaakt. Er is echt nog behoefte aan informatie.” De meeste eindexamenkandidaten hebben in deze tijd van het jaar al wel een idee wat ze willen gaan studeren, aldus Koopmann. „Wat je echter altijd ziet gebeuren, is dat scholieren de keuze die ze al gedeeltelijk gemaakt hebben in het zicht van de aanmelddatum opnieuw op de weegschaal leggen.”
Een open dag of meeloopdag werkt doorgaans heel verhelderend voor aankomende studenten, merkt Koopmann. „De toegevoegde waarde van het daadwerkelijk langsgaan bij een mbo-instelling, hogeschool of universiteit is dat je ziet wat voor type mensen er rondlopen, hoe er wordt omgegaan met je vragen en wat voor sfeer de school ademt. Daardoor krijg je een beeld van en een bepaald gevoel bij de instelling waaraan je mogelijk gaat studeren. De sfeer proeven is nu onmogelijk; het maken van een studiekeuze kan daardoor als lastiger worden ervaren.”
Het inhoudelijke en praktische deel van studiekeuzevoorlichtingsactiviteiten kan gemakkelijk online aangeboden worden, vindt Koopmann. „Het maakt niet zo veel uit of je in een collegezaal of thuis achter je laptop hoort hoe een studie is opgebouwd of hoe bijvoorbeeld het eerste semester is vormgegeven.”
Minimaal
Of het risico op een verkeerde studiekeuze groter is nu scholieren geen instellingen voor vervolgonderwijs kunnen bezoeken, durft Koopmann niet te zeggen. „Het is zowel voor de scholier zelf als voor de instelling waaraan hij of zij wil studeren belangrijk dat er een goede match is tussen studie en student.”
Opleidingen proberen daarom echt volwaardige alternatieven aan te bieden en bijvoorbeeld door middel van virtuele rondleidingen studenten ook een beeld te geven van de instelling zelf en van de mensen die daar rondlopen, merkt de studievoorlichter. „Op die manier bieden de digitale voorlichtingsactiviteiten meer dan enkel informatie. Maar feit blijft toch dat bij online studievoorlichting de sfeer en de beleving gemist worden. Het zou kunnen dat het beeld van scholieren van een bepaalde studie of instelling inderdaad wat onvolledig is.”
Online voorlichting wordt door universiteiten en hogescholen al langer ingezet voor internationale studenten, weet Koopmann. Voor Nederlandse studenten gebeurde dat volgens haar echter nog maar minimaal. „Sommige universiteiten en hogescholen boden al wel digitale proefstudeermodules aan. Je ziet dat aanbod toenemen.”
Reistijd
Het is volgens Koopmann nog te vroeg om te zeggen of er in de toekomst meer gebruik zal worden gemaakt van online studievoorlichting. „Ik verwacht zeker wel dat instellingen zich zullen beraden op de manier van voorlichting voor bijvoorbeeld volgend jaar. Het zou heel goed kunnen dat er –ook na deze periode van coronacrisis– meer digitaal zal gebeuren nu onderwijsinstellingen zich verdiept hebben in de mogelijkheden daarvan.”
Digitale voorlichting biedt volgens Koopmann zeker ook voordelen. „Een bezoek aan een instelling voor vervolgonderwijs is voor scholieren en hun ouders meestal behoorlijk tijdrovend. Met de reistijd erbij inbegrepen kost een open dag of meeloopdag toch algauw een dag of dagdeel. Een online voorlichtingsbijeenkomst duurt daarentegen vaak maar maximaal een uurtje, je spaart dus behoorlijk wat tijd uit. Die tijd kun je gebruiken om je breder te oriënteren en meerdere opleidingen met elkaar te vergelijken.”
Aanmelddatum
Daarbij komt dat de uiterste aanmelddatum voor mbo-opleiding is verplaatst van 1 april naar 1 mei en voor hbo- en wo-studie van 1 mei naar 1 juni. „Ik raad aankomend studenten echter wel aan zoveel mogelijk de oorspronkelijke aanmelddeadlines aan te houden en hier alleen gebruik van te maken als het echt nodig is.”
Ook studenten zelf bieden massaal hulp aan. Zo circuleert er op sociale media een oproep waarin studenten scholieren aanmoedigen contact met hen op te nemen om op die manier informatie te krijgen over de studie waarin ze geïnteresseerd zijn.
Daarnaast bieden websites zoals kiezeninquarantaine.nl, vraaghetdestudent.nl en studievisie.nl hulp. Scholieren kunnen daarop aangeven in welke studie ze interesse hebben en worden gekoppeld aan een student van die opleiding, zodat ze hun om inlichtingen kunnen vragen.
„Aan studiekeuze gaat heel traject vooraf”
Zeker 20 procent van de havo-examenkandidaten van de CSG Prins Maurits in Middelharnis heeft nog geen definitieve studiekeuze gemaakt, weet Bartha Moerkerk, decaan havo op de Zuid-Hollandse scholengemeenschap. „Er zijn een paar scholieren die echt nog niet weten wat ze willen studeren en er is een wat grotere groep die nog twijfelt tussen een aantal opleidingen.”
Op het vwo ligt het percentage leerlingen dat nog geen keuze gemaakt heeft lager, aldus Petra Kieviet, decaan vwo. „Ik schat dat van de in totaal vijftig vwo’ers zo’n 10 procent de knoop nog moet doorhakken. Daarnaast zijn er nog wat leerlingen die nog niet weten of ze zijn geselecteerd voor een opleiding met een numerus fixus en die nog twijfelen over een plan B.”
Dat de scholieren geen studiekeuzevoorlichtingsactiviteiten meer kunnen bezoeken, vinden Moerkerk en Kieviet spijtig. Over het algemeen ervaren de leerlingen een bezoek aan een onderwijsinstelling namelijk als verhelderend en nuttig, weten beide decanen. Kieviet: „Na zo’n meeloopdag of open dag weten ze nogal eens zeker dat de studie die hun leuk leek ook echt iets voor hen is. Het omgekeerde komt overigens ook voor.” Moerkerk: „Klopt, het gebeurt ook dat leerlingen aanvankelijk enthousiast zijn over een studie, maar na een bezoek aan de opleiding teleurgesteld terugkomen omdat hun beeld niet bleek te kloppen. Dat is ook winst en behoedt voor een foute keuze.”
Hoewel open dagen, meeloopdagen en proefstudeerdagen volgens beide decanen dus zeker nuttig zijn, benadrukken Moerkerk en Kieviet er dat aan een studiekeuze een heel traject van loopbaanoriëntatie voorafgaat. Moerkerk: „De meeste leerlingen nemen verantwoordelijkheid in hun studiekeuzeproces en beslissen niet pas in de laatste twee maanden voor de aanmelddatum welke studie ze willen gaan volgen of op welke onderwijsinstelling ze weleens een kijkje willen nemen. Het gros heeft vaak al diverse voorlichtingsactiviteiten bezocht en zich goed verdiept in verschillende opleidingen.”
Toch ziet Moerkerk dat het feit dat de scholieren niet naar de instellingen toe kunnen gaan bij sommige leerlingen voor onzekerheid zorgt. „Ik heb het met mijn decanaat tijdens deze periode van coronacrisis wel drukker dan gebruikelijk. Leerlingen twijfelen bijvoorbeeld nog tussen twee studies en vinden het lastig dat ze nu niet meer bij die opleidingen kunnen gaan kijken. Dan probeer ik hen in contact te brengen met iemand die de studie volgt, zodat ze aan hem of haar hun vragen kunnen stellen.”
Tijd
De decanen raden studiekiezers aan nog zo veel mogelijk informatie op te doen. Kieviet: „Daar is door de verschuiving van de aanmelddatum meer tijd voor. Zoek contacten, niet alleen met onderwijsinstellingen, maar ook met studenten of oud-studenten. Op die manier kun je –ook nu– een goed beeld krijgen van de verschillende opleidingen.”
„Online voorlichting biedt ook kansen”
Voor verschillende onderwijsinstellingen zitten de eerste online voorlichtingsactiviteiten er inmiddels op. Zo ook voor de Evangelische Hogeschool (EH) in Amersfoort en de Christelijke Hogeschool Ede (CHE).
De EH biedt in totaal vijftien online bijeenkomsten aan, aldus woordvoerder Marieke Mulder. Iedere sessie biedt plaats aan twintig geïnteresseerden. Deelnemers loggen in op een digitaal platform, luisteren naar de uitleg van de studiecoördinator en naar de ervaringen van een student en kunnen vragen stellen aan een van de betrokkenen.
„De EH is een kleinschalige school –zo’n 200 studenten per jaar– die zich sterk richt op persoonlijk contact”, aldus Mulder. „We hebben daarom gezocht naar een vorm van voorlichting waarbij toch interactie mogelijk is tussen de docenten, studenten en belangstellenden. Op deze manier kunnen aankomend studenten vragen stellen aan de voorlichters, waardoor er een vorm van gesprek ontstaat.”
Maandag 6 april ging de eerste online bijeenkomst van start, de laatste staat gepland voor vrijdag 24 april. „De sessies duren gemiddeld een uur. We hebben de studenten vooraf gevraagd een aantal vragen voor te bereiden, zodat we de beschikbare tijd zo effectief mogelijk kunnen besteden”, aldus Mulder. Ze is tevreden over het verloop van de eerste online bijeenkomsten. „Er traden geen grote problemen op. Wat we wel merkten, is dat het lastig is om iedereen aan de praat te krijgen; er zit toch een scherm tussen leerling en voorlichter.”
Ook op de CHE zijn de eerste ervaringen met online voorlichting positief, vertelt woordvoerder Margreet van der Hauw. „Toen we enkele weken geleden hoorden dat de geplande activiteiten niet door konden gaan, zijn we direct gestart met de ontwikkeling van online webinars, interactieve live-uitzendingen via internet.” De CHE bood al webinars aan voor een aantal deeltijdopleidingen. „Deeltijdstudenten zijn vaak druk met werk en gezin en hebben minder tijd om naar Ede te komen voor bijvoorbeeld een open dag. Het bestaande aanbod aan webinars hebben we uitgebreid naar alle deeltijd- en voltijdopleidingen.” Daarnaast biedt de CHE live-uitzendingen met studenten via Instagram.
De belangstelling voor de webinars verschilt per opleiding, ziet Van der Hauw. „Gemiddeld zijn er per sessie zo’n twintig tot zestig aanmeldingen. Daarnaast zijn er nog studiekiezers die de uitzendingen later terugkijken.”
Van der Hauw acht het goed mogelijk dat de hogeschool in de toekomst vaker online voorlichting zal inzetten. „We willen onze studenten graag ontmoeten, dat staat voorop.” Aan de andere kant ziet ze echter ook dat de studenten die de CHE bezoeken afkomstig zijn uit het hele land en de reistijd soms een belemmering vormt voor het bezoeken van een voorlichtingsactiviteit. „Bij webinars speelt afstand geen rol. Het zou daarom goed kunnen dat we die ook voor de voltijdopleidingen blijven aanbieden, boven op de normale studiekeuzeactiviteiten.”