Partij Kostunica eist vertrek premier Djindjic
De partij van de Joegoslavische president Vojislav Kostunica heeft maandag het vertrek geëist van de pro-westerse premier Zoran Djindjic omdat hij op de hoogte zou zijn geweest van de betrokkenheid van vice-premier Momcilo Perisic bij spionage.
Perisic werd vorige week door de militaire veiligheidsdienst gearresteerd en twee dagen vastgezet omdat hij geheime documenten zou hebben doorgespeeld aan een Amerikaanse diplomaat.
De documenten zouden betrekking hebben gehad op het proces tegen Slobodan Milosevic voor het Joegoslavië-tribunaal in Den Haag, aldus een zegsman van de veiligheidsdienst vorige week. Maar zowel Perisic als de Amerikaanse diplomaat John David Neighbor ontkent dat de vice-premier geheime informatie heeft doorgespeeld. Bronnen binnen het Joegoslavische leger zeggen echter dat Perisic wel degelijk geheime documenten aan Neighbor heeft gegeven.
De politieke rel om Perisic is volgens politieke waarnemers een illustratie van de verdeeldheid die er is tussen de nationalistische president Kostunica en de hervormingsgezinde en pro-westerse premier Djindjic. Kostunica is sterk gekant tegen het Joegoslavië-tribunaal in Den Haag en verwijt Djindjic een te pro-westers beleid.
De militaire veiligheidsdienst valt onder directe verantwoordelijkheid van Kostunica. Medewerkers van Perisic hebben gesuggereerd dat de veiligheidsdienst mogelijk belastend materiaal in het koffertje van Perisic heeft gestopt na zijn arrestatie en hebben aangedrongen op hervormingen binnen de veiligheidsdienst om een betere controle op het functioneren van de dienst mogelijk te maken.
De Verenigde Staten hebben overigens een protest ingediend over de behandeling van Neighbor omdat hij mishandeld zou zijn en een zak over zijn hoofd zou hebben gekregen. Ook heeft hij tijdens zijn vijftien uur durende detentie vorige week geen gelegenheid gehad om in contact te treden met de Amerikaanse ambassade.
De Amerikaanse minister van Buitenlandse Zaken, Colin Powell, heeft maandag na een onderhoud met hoofdaanklaagster Carla Del Ponte van het in Den Haag gevestigde Joegoeslavië-tribunaal gezegd dat de VS dreigen de geldkraan naar Joegoslavië dicht te draaien als het land niet meer meewerkt aan het VN-hof.
De regering-Bush moet uiterlijk 31 maart beslissen of Belgrado heeft voldaan aan de eisen die de VS hebben gesteld voor het meewerken met het Joegoslavië-tribunaal en het vrijlaten van Kosovo-Albanezen uit Servische gevangenissen. Mocht het oordeel negatief uitvallen, dan loopt het Balkanland een bedrag van 40 miljoen dollar mis. Ook kunnen de Verenigde Staten steun van de Wereldbank en het Internationaal Monetair Fonds blokkeren.
Na zijn gesprek met Carla Del Ponte verklaarde Powell op de hoogte te zijn van het gebrek aan Joegoslavische medewerking met het tribunaal. Washington zal volgens Powell zijn inzet verdubbelen om archiefmateriaal toegankelijk te maken en om ervoor te zorgen dat gezochte functionarissen worden uitgeleverd.
Het Amerikaanse ultimatum doet denken aan dat van vorig jaar. Belgrado besloot te elfder ure oud-president Milosevic uit te leveren na druk uit de Verenigde Staten. Het land dreigde geen cent naar het Balkanland te sturen als het niet meer medewerking verleende met het tribunaal. Diplomaten verklaarden afgelopen week te verwachten dat kort voor 31 maart verscheidene gezochte functionarissen door Belgrado zullen worden uitgeleverd aan het Joegoslavië-tribunaal.
Hoofdaanklaagster Del Ponte was maandag in haar nopjes met de Amerikaanse steun. Ze zei „zeer tevreden” te zijn over haar onderhoud met Powell. De bewindsman verklaarde dat de VS het tribunaal zullen blijven steunen totdat het werk van Del Ponte is voltooid. „De Verenigde Staten zullen haar bij elke stap steunen.”