Sharon kondigt verbanning Arafat aan
De Israëlische premier Sharon is vastbesloten om de Palestijnse president Arafat uit de Palestijnse gebieden te verbannen. Dat zei Sharon in een interview met de krant Yediot Aharanot, dat dinsdag is gepubliceerd.
Sharon zei tegen de krant dat hij geen verschil ziet tussen Arafat en de eerder dit jaar geliquideerde kopstukken van de militante beweging Hamas, Abdel Aziz al–Rantissi en sjeik Ahmed Yassin. Sharon zei dat Israël actie ondernam tegen Yassin en al–Rantissi toen de tijd daarvoor rijp was. Hij liet weten dat ook voor de verbanning van Arafat het geschikte moment wordt afgewacht.
In een vraaggesprek met een andere Israëlische krant, Maariv, sprak de premier zich uit tegen het voorstel van partijgenoot binnen de Likud en minister van Financiën Netanyahu om een nationaal referendum over de beoogde ontruiming van de Gazastrook te houden. Netanyahu zei maandag dat een dergelijke volksraadpleging wat hem betreft zo snel mogelijk moet worden gehouden.
Sharon was aanvankelijk voorstander van zo’n volksraadpleging. In het interview met Maariv zei hij echter dat het onderwerp niet meer op de agenda staat. Hij zei dat zo’n referendum een langdurig proces zou worden, waardoor bij de terugtocht uit de Gazastrook vertraging zou kunnen ontstaan.
Het Israëlische veiligheidskabinet stemde dinsdag in met het verstrekken van compensatie aan joodse kolonisten die 21 nederzettingen in de Gazastrook en vier koloniën op de Westelijke Jordaanoever moeten verlaten. Alleen een minister van de Nationale Religieuze Partij keerde zich tegen het voorstel. De negen andere ministers stemden voor.
Het Israëlische kabinet stelde een budget van 457 miljoen tot 557 miljoen euro beschikbaar voor het ontruimingsplan. De Israëlische radio meldde dat elk joods gezin van kolonisten een vergoeding van ongeveer 166.000 euro tot 250.000 euro krijgt.
De Likudpartij wees het voornemen van Sharon om alle nederzettingen in de Gazastrook te ontmantelen en het leger uit het gebied terug te trekken onlangs af. Zondag kwamen in Jeruzalem nog circa 10.000 demonstranten bijeen om te protesteren tegen het plan. Sharon waarschuwde voor een burgeroorlog als de tegenstanders van terugtrekking hun harde verzet niet staken.