„NS-debacle is eerst een managementprobleem
De mislukte verzelfstandiging van de NS is de schuld van het management en van niemand anders. „Ik houd graag de schuld aan mezelf”, zei J. Huisinga, voormalig president-directeur van de NS, maandag tijdens een gastcollege aan de Katholieke Universiteit Brabant (KUB).
„Het was primair een managementprobleem, geen arbeidsprobleem”, aldus Huisinga. Volgens hem is geen spoorbedrijf ter wereld hetzelfde, dus een vergelijking gaat niet op. Wel zegt hij dat alleen de Japanse en de Zwitserse spoorwegen ’zijn’ NS kunnen evenaren. „In zijn vakgebied is het helemaal geen slecht bedrijf.”
Huisinga vergelijkt de verzelfstandiging van de NS met een sporter die zijn sport voortaan op een andere manier wil bedrijven. „Dan krijg je spierpijn en raak je de draad kwijt. Dat is ook wat met de NS aan de hand is.” Het zal volgens hem nog vijf tot tien jaar duren voordat de NS op „een ander niveau” zit.
Volgens Huisinga was er consensus over de manier waarop de NS moest veranderen. „Dan komt er weerstand tegen, het slechte stuk van de poldereconomie komt boven en je komt in de vertraging.” „Dan wordt ineens zichtbaar dat alles wat je in de jaren negentig hebt opgebouwd, in al zijn disciplines door de knieën is gezakt.”
Ook daarvoor heeft Huisinga een verklaring. „Je hebt al die jaren in alle rust onder de veilige overheidsparaplu geopereerd en je hebt nooit een crisis hoeven aan te pakken.” En toen zakten alle bedrijfsonderdelen „op hetzelfde moment door het ijs en dat was in juni vorig jaar.” Het management was niet voorbereid. „De werknemers konden het wel volgen. De managers wisten niet hoe het moest.”
Het enige wat de problemen bij de NS kan oplossen, blijft volgens Huisinga tijd - en die kreeg hij niet meer. „We hadden nog één truc over. Op deze manier tijd kopen. Nu is er rust en ruimte gecreëerd”, zei hij, doelend op het gedwongen vertrek van de raad van commissarissen en van hemzelf.
Voor de aanwezige studenten economie had hij nog een tip: „Als je ooit in je leven een leuk bedrijf zoekt en je hebt lef, dan moet je je schouders onder de NS zetten.”