Vervroegde vrijlating Iraanse christenen door corona
Duizenden gevangenen, onder wie zeven christenen, verkregen afgelopen weken in Iran hun vrijheid om de verspreiding van het coronavirus tegen te gaan. Elf christenen blijven echter gevangen en lopen kans besmet te raken vanwege erbarmelijke omstandigheden.
Het coronavirus is ook de Iraanse gevangenissen niet voorbij gegaan. Begin deze maand maakte Javaid Rehman, de speciale VN-rapporteur voor mensenrechten in Iran, melding van besmettingen in detentiecentra.
Volgens Rehman moeten de gedetineerden overleven in „erbarmelijke omstandigheden.” De onhygiënische toestanden in de overbevolkte strafinrichtingen bevorderen de verspreiding van infectieziekten, schrijft hij in een rapport uit februari. Gevangenen moeten zelfs voor hun eigen zeep zorgen. In deze omstandigheden bevinden zich ook de gevangen Iraanse christenen.
Door de vrijlating van zeker 85.000 gevangenen hopen de Iraanse autoriteiten de druk op het gevangenissysteem te verminderen en verdere besmettingen te voorkomen. De christelijke mensenrechtenorganisatie Article 18 meldde dinsdag dat zich onder de vrijgelaten gevangenen ten minste zeven christenen bevinden.
Zo kwam de 35-jarige Assyrisch-Iraanse christen Ramiel Bet-Tamraz drie weken eerder dan gepland op vrije voeten. Hij zat een gevangenisstraf uit van vier maanden vanwege het bezoeken van een huiskerk. In een interview met Article 18 bevestigde Dabrina Bet-Tamraz de vrijlating van haar broer en zei: „Veel van de gevangenen die binnen drie maanden zouden vrijkomen, werden vrijgelaten vanwege de angst voor een uitbraak van het coronavirus.”
Gezondheidsproblemen
Het verlof geldt echter niet voor gedetineerden die een gevangenisstraf van meer dan vijf jaar uitzitten. Dat maakte Gholamhossein Esmaili, de woordvoerder van de Iraanse rechterlijke macht, dinsdag bekend. Dit verklaart waarom nog steeds ten minste elf christenen niet vrijgelaten zijn.
Vier van hen bevinden zich volgens Article 18 in de Evin-gevangenis in Teheran, en zitten celstraffen van tien jaar uit. Een van hen is Nasser Navard Gol Tapeh. De 58-jarige bekeerling heeft verschillende gezondheidsproblemen. Ondanks koorts en hallucinaties werd hem kortgeleden medische behandeling geweigerd.
De families van de gevangen christenen maken zich steeds meer zorgen nu het aantal besmettingen met het coronavirus in het land sterk gestegen is. Daarom doen ze een dringende oproep om hun geliefden vrij te laten. Een zus van een politieke gevangene merkte op dat het virus „geen rekening houdt met de duur van de straffen wanneer het mensen besmet.”
Ballingschap
Ondanks de coronacrisis waarin het land verkeert, gaat de onderdrukking van christenen buiten de gevangenis gewoon door. De mensenrechtenorganisatie Middle East Concern meldde begin deze week dat de ballingschap van de Iraans-christelijke bekeerling Ebrahim Firouzi met elf maanden is verlengd.
Na vijf jaar gevangengezeten te hebben, werd Firouzi in november 2019 veroordeeld tot twee jaar ballingschap. Hij zit deze uit in het ballingsoord Sarbaz, nabij de grens met Pakistan.
In december 2019 vroeg Ebrahim verlof aan om gezinsaangelegenheden te regelen. Na enkele dagen te hebben gewacht en geen antwoord te hebben ontvangen, is hij toch op reis gegaan.
Op 12 maart kreeg Firouzi een document van de rechtbank waarin stond dat zijn ballingschap met acht maanden was verlengd wegens schending van de voorwaarden. Omdat zijn handtekening ontbrak op een presentielijst, kwamen daar nog eens drie maanden bovenop.
Hoewel hij in een eerdere rechtszaak werd vrijgesproken van het beledigen van de islam, werd deze aanklacht samen met die van cyberspionage aan zijn dossier toegevoegd. Firouzi kan niet in beroep gaan tegen de beslissing.
In deze tweewekelijkse rubriek brengt de kerkredactie verdrukte en vervolgde christenen voor het voetlicht.