Gijzelingsactie in Beslan toont aan: de leugen regeert weer in Rusland
Rusland is op gruwelijke wijze wakker geschud. De afgelopen paar weken zijn vele honderden burgers het slachtoffer geworden van terreur. En de autoriteiten weigerden aanvankelijk een onafhankelijk onderzoek naar de gebeurtenissen. Niemand zou zich publiekelijk hoeven te verantwoorden voor wat er is gebeurd.
Bovendien blijken de autoriteiten bewust de feiten rond de gijzelingsactie in Beslan te hebben verdraaid. Er is daarom geen enkele reden om het Kremlin te geloven wanneer het belooft effectieve maatregelen te nemen tegen nieuwe terroristische aanslagen.
In die zin vertoont de afhandeling van Beslan grote overeenkomsten met twee andere grote crises tijdens het presidentschap van Vladimir Poetin: het zinken van de nucleaire onderzeeër Koersk in 2000 en de gijzeling in het Doebrovka-theater in Moskou in 2002. In beide crises deed Poetin geen enkele poging om de bevolking te informeren over wat er gaande was in het land. Ook weigerde hij achteraf verantwoording voor zijn optreden af te leggen.
Maar dankzij de gedeeltelijk vrije pers en de aanwezigheid van een aantal kritische parlementsleden was het voor de bevolking toen nog mogelijk een redelijk objectief beeld te krijgen van wat er zich afspeelde. Ook was er sprake van een openlijk publiek debat, waar verschillende meningen over de gebeurtenissen te horen waren.
Hoe anders is het rond Beslan verlopen. In het parlement hebben inmiddels Poetin-jaknikkers de absolute meerderheid - het weigerde zelfs zijn zomerreces af te breken voor de gijzelingsactie. En vooral de elektronische media zijn geheel onder controle gekomen van het Kremlin.
Het gevolg is dat een groot deel van de Russische bevolking in het duister tastte over wat er zich in Beslan afspeelde. Leugens en stilzwijgen verhinderen de speurtocht naar de waarheid, zoals blijkt uit een reconstructie van de recente gebeurtenissen.
In de loop van woensdag 1 september sijpelen berichten de Russische media binnen dat een aantal zwaargewapende mannen een school in de Noord-Ossetische stad Beslan heeft bestormd. Ze hebben daarbij honderden aanwezigen in gijzeling genomen.
Al vrij snel is er sprake van eisen: terugtrekking van de Russische troepen uit de deelrepubliek Tsjetsjenië, de vrijlating van Kaukasische strijders uit de gevangenis en onderhandelingen met de hoogste autoriteiten. Ook klinken de eerste namen van de gijzelnemers, hoofdzakelijk Tsjetsjenen. Het is de Russische bevolking al snel duidelijk dat ze te maken heeft met een vergelijkbare gijzelingsactie als twee jaar terug in Moskou. Toen namen Tsjetsjeense terroristen honderden bezoekers van het Doebrokva-theater in gijzeling tijdens de voorstelling van de musical Nord Ost.
Net als twee jaar geleden maakten de gijzelnemers ook nu vrijwel direct videobeelden van hun gijzelaars, om de ernst van de zaak aan de buitenwereld te tonen. En ook nu eisten familieleden van de gegijzelden van de autoriteiten onderhandelingen met de terroristen om bloedvergieten te voorkomen. Ze richtten zich hiertoe voor de tv-camera’s van de Russische televisie rechtstreeks tot president Poetin.
Maar de Russische bevolking was van dit alles niet op de hoogte. Het Kremlin nam vrijwel direct na het eerste gijzelingsnieuws de regie van de informatievoorziening in de Russische media in eigen handen. Het slaagde er daardoor in de videobeelden van de situatie in de school en de emotionele oproepen van de betrokken familieleden van de Russische televisiekanalen verborgen te houden.
Het was zo voor de autoriteiten makkelijk om een veel lager aantal gijzelaars te noemen dan in werkelijkheid in de school aanwezig was. Niemand kon dit immers publiek verifiëren, gezien de strenge censuur in de Russische media.
Daarnaast begonnen de autoriteiten de eerdere berichten over eisen van terroristen tegen te spreken. Het zou niet duidelijk zijn wat de gijzelnemers wilden en er zou ook geen enkel contact met hen zijn, behalve een sporadisch telefonische verbinding met de politiek neutrale Moskouse kinderarts Leonid Rosjal. Ook zou de identiteit van de gijzelnemers opeens niet duidelijk zijn, maar het zou wel zeker om een actie van internationale terroristen gaan.
Het Kremlin was er duidelijk op uit de gijzelingsactie te ontdoen van haar Tsjetsjeense component en van elke persoonlijke emotie. Een laag aantal gijzelaars, van wie bovendien geen beelden te zien waren, zou een bestorming immers gemakkelijker acceptabel maken voor de bevolking.
Het suggereren van internationaal terrorisme onder commando van al-Qaida zou de Russische verbondenheid met de internationale strijd tegen het terrorisme benadrukken en daarmee het falen van Poetins beleid in Tsjetsjenië relativeren.
Het Kremlin ontzag de afgelopen week geen enkel middel om de eigen bevolking van deze voorstelling van zaken te overtuigen. Zo voorkwam het voor de zekerheid de aanwezigheid in Beslan van twee van Ruslands grootste autoriteiten op het gebied van de Tsjetsjenië-verslaggeving, die vrijwel zeker deze mythe zouden hebben doorgeprikt.
Anna Politkovskaja van Novaja Gazeta werd door de geheime dienst in een ander vliegtuig gezet en liep vervolgens een zware voedselvergiftiging op na het drinken van een kopje thee. Ze was gedwongen een aantal dagen in het ziekenhuis te liggen. Toen ze na afloop haar medische rapporten wilden inzien, bleken ze „op last van hogerhand” te zijn vernietigd.
Andrej Babitski van Radio Svoboda (in het Westen bekend als Radio Liberty) kwam zelfs zijn vliegtuig niet in. Hij werd bij het inchecken het slachtoffer van een provocatie door een aantal undercover veiligheidsagenten en werd vervolgens door de politie gearresteerd vanwege ”hooliganisme”. Ook zouden ze explosieven in zijn bagage hebben aangetroffen. Het is nog steeds niet duidelijk of Babitski nog vastzit.
Als gevolg van deze intimiderende censuurpolitiek weken op de meeste Russische televisie- en radiozenders de geschetste ontwikkelingen in Beslan sterk af van de werkelijke situatie. Ook was er geen enkel publiek debat te zien over de gijzeling - het enige geplande debat op NTV werd te elfder ure op last van het Kremlin geannuleerd.
De Russische kranten zagen kans iets meer van de waarheid in hun kolommen te plaatsen. Ook was er enige ruimte voor twijfel. Maar de oplage van de meeste kranten is te verwaarlozen - de meeste niet meer dan een paar honderdduizend exemplaren, op een bevolking van 144 miljoen inwoners.
Het grootste deel van de Russische bevolking is voor zijn informatievoorziening aangewezen op de televisie, en met name op de staatszender ORT, die als enige in heel het uitgestrekte land is te ontvangen. Toen op vrijdag 3 september de bestorming van de school in Beslan begonnen was, maakte de zender er slechts kort melding van, om vervolgens een speelfilm uit te zenden.
Pas veel later liet ze correspondenten ter plekke aan het woord. Maar die melden lange tijd dat het grootste deel van de gijzelaars ongedeerd was en dat de meeste terroristen direct waren uitgeschakeld. En dat terwijl op de achtergrond zware explosies en beschietingen te horen waren en te zien was dat vele gewonden per ambulance werden afgevoerd.
Toen de schrijvende pers de dag na de bestorming in alle openheid de feiten naar buiten bracht, werd prompt de hoofdredacteur van de meest vooraanstaande krant onder hen -Izvestija- op last van het Kremlin ontslagen. Opdat de anderen wisten dat de grens van het tolerabele was overschreden.
Na een Sovjetgetinte toespraak wacht de Russische bevolking nog steeds op een verklaring van Poetin wat er nu verder gaat gebeuren. Slechts via een interview dat de president aan de westerse pers gaf -onder meer gepubliceerd in de Engelse krant The Guardian- moesten de Russen begrijpen dat er aanvankelijk geen publiek onderzoek kwam naar de gijzelingsactie. „Waarom kon Poetin dit niet aan zijn eigen bevolking vertellen?” vraagt de krant Roesskii Koerier zich af.
Analisten en liberale politici maken zich inmiddels grote zorgen over de toekomstige aanpak van het terrorisme in hun land. „Het gebrek aan verantwoording betekent feitelijk het belonen van incompetentie en de herhaling van fouten”, schrijft analist Andrej Rjabov in de krant Gazeta. „Een realistische strijd tegen het terrorisme valt nooit te voeren zolang er sprake is van politieke censuur”, zegt Sergej Mitrochin van de liberale partij Jabloko in de Nezavisamaja Gazeta.