Wall Street hard onderuit na daling olieprijzen
De aandelenbeurzen in New York zijn maandag met grote verliezen aan de handelsweek begonnen. Net als in Europa en Azië reageerden beleggers op de plotselinge daling van de olieprijs met ruim 20 procent nadat Saudi-Arabië plotseling het mes in de prijzen had gezet en aankondigde de productie in april te gaan verhogen. Op de financiële markten heerst angst voor een prijzenoorlog op oliegebied. Daarnaast worden ook de ontwikkelingen rond het nieuwe coronavirus, dat in steeds meer landen om zich heen grijpt, scherp in de gaten gehouden.
De Dow-Jonesindex kelderde 7,3 procent tot 23.979 punten. De breed samengestelde S&P 500 werd 7 procent lager gezet op 2764 punten en techbeurs Nasdaq verloor 6,9 procent op 7987 punten. Toen de S&P 500 het verlies van 7 procent aantikte, werd de handel automatisch een kwartier gestaakt.
Dat mechanisme is ingesteld na de grote beurscrash van 1987 en was voor het laatst in december 2008 nodig. Als de S&P 13 procent daalt, volgt nog een kwartier pauze. Bij een daling van 20 procent wordt de handel voor de dag opgeschort.
Oliebedrijven staan door die daling volop in de belangstelling. In navolging van branchegenoten uit Europa en Azië daalden Chevron, ConocoPhillips en ExxonMobil respectievelijk bijna 15, meer dan een kwart en ruim 14 procent. Ook toeleveranciers in de sector als Schlumberger, Halliburton en Baker Hughes daalden tot 43,5 procent.
Ook de cruisebranche daalde flink. De Amerikaanse overheid heeft de bevolking gewaarschuwd tegen cruises omdat op verschillende schepen al coronavirus is uitgebroken. Bedrijven als Norwegian Cruise Line (min 14,2 procent) en Royal Caribbean Cruises (min 17,9 procent) kregen een tik.