Buitenlandse hulpverleners overwegen vertrek uit Irak
Buitenlandse hulpverleners in Irak hebben woensdag deuren gebarricadeerd, meer bewakingspersoneel ingehuurd en extra camera’s geïnstalleerd bij hun kantoren in Bagdad. Intussen overlegden ze na de ontvoering van twee vrouwelijke Italiaanse hulpverleensters of ze het land moeten verlaten.
Een medewerker van een Franse hulporganisatie die anoniem wil blijven en ook de naam van zijn organisatie liever niet genoemd wil zien, zei dat hij en zijn collega’s zich al lange tijd kwetsbaar voelen, maar dat de situatie nu echt „onvoorspelbaar” is geworden. Hij zei dat de komende dagen over mogelijke terugtrekking wordt besloten. De organisatie heeft uit voorzorg plaatsen geboekt in een vliegtuig dat een dezer dagen uit Bagdad vertrekt. „Wij hebben ervoor gezorgd dat wij, indien nodig, weg kunnen”, aldus de zegsman.
Dinsdag viel een tiental gewapende mannen het kantoor van de Italiaanse hulporganisatie ”Un Ponte per…” (Een brug naar…) in Bagdad binnen en ontvoerde Simona Pari en Simona Torretta, beiden 29 jaar oud. Ook twee Iraakse medewerkers van de organisatie werden meegenomen.
Een lid van de Duitse mijnenopruimingsdienst HELP, Frank McAreavey, zei dat iedereen voorlopig binnenshuis blijft. De dienst heeft extra camera’s geïnstalleerd en extra bewakers aangesteld. De Duitse ambassade heeft geadviseerd niet onmiddellijk het land te verlaten, omdat de weg naar het vliegveld niet veilig wordt geacht. McAreavy zei overigens niet onmiddellijk aan vertrek te denken, omdat hij het werk van de dienst daarvoor te belangrijk vindt.
Ook een woordvoerder van Artsen zonder Grenzen (AzG), Erwin van ’t Land, zei niet onmiddellijk aan vertrek te denken. AzG heeft in Irak ongeveer negentig man personeel, onder wie een klein aantal buitenlanders.
Jean-Dominique Bunel, het hoofd van de coördinatiecommissie van niet-gouvernementele organisaties (ngo’s), zei dat de geüniformeerde overvallers professioneel te werk waren gegaan en de operatie kennelijk goed hadden voorbereid. „De mannen wisten wat zij deden en waar zij naartoe gingen.”
Italië reageerde woensdag geschokt en woedend op de ontvoering. Politici van de regeringspartijen en van de oppositie, de kranten en de kerk verenigden zich in hun afschuw.
„Ze zijn niet zomaar in Bagdad, voor het geld of voor het avontuur. Ze zijn er om concrete hulp te bieden aan een gekwetste bevolking”, schreef de krant Corriere della Sera woensdag in een commentaar. „De ontvoering treft Italië onder de gordel in een poging het te dwingen zich terug te trekken uit Irak; het is een klap in het gezicht van de humanitaire hulpverlening”, aldus dagblad Il Messaggero.
De twee Italiaanse vrouwen, Simona Pari en Simona Torretta werkten aan school- en waterprojecten voor Un Ponte per… (Een brug naar…). Torretta is het hoofd van de organisatie in Irak en verbleef sinds het begin van de oorlog, in maart 2003, in het land. Pari is sinds juni vorig jaar in Irak. Un Ponte per… heeft de Italiaanse regering altijd fel bekritiseerd vanwege haar steun voor de Amerikaanse aanval op Irak. De twee medewerksters werden door alle Italiaanse nieuwsmedia beschreven als strikt neutraal.
De oppositie zei bereid te zijn zich samen met de regering in te zetten voor de vrijlating van de twee. De regering-Berlusconi kreeg felle kritiek te verduren omdat zij te weinig zou hebben gedaan om het leven te redden van de Italiaanse journalist Enzo Baldoni, die op 26 augustus door zijn ontvoerders in Irak werd vermoord.
Donderdag is onderminister van Buitenlandse Zaken Margherita Boniver naar het Midden-Oosten vertrokken om te proberen het tweetal vrij te krijgen. Ze zal Egypte, Libanon, Jordanië, Jemen en Syrië aandoen. Iran, de Europese Unie en de Arabische Liga beloofden Italië woensdag zich te zullen inzetten voor de vrijlating van de hulpverleensters.