Het is het zesde jaar op rij dat melding is gemaakt van meer dan 10.000 slachtoffers, stelt VN-missie UNAMA in een verklaring. De meeste slachtoffers vielen door toedoen van groepen die vechten tegen de autoriteiten.

In het land is zaterdag een gedeeltelijk bestand ingegaan. De Taliban, de Verenigde Staten en de Afghaanse autoriteiten hebben afgesproken het geweld gedurende zeven dagen te verminderen. Als dat lukt, kan vervolgens een echt vredesakkoord worden gesloten. Dat moet op 29 februari gaan gebeuren.

„Het is absoluut noodzakelijk dat alle partijen nu doorpakken en een einde maken aan de strijd”, zegt VN-gezant Tadamichi Yamamoto. Hij stelt dat vrede al te lang op zich laat wachten en dat de levens van burgers beschermd moeten worden.

Afghanen reageerden euforisch op het ingaan van de periode met minder geweld. Mensen dansten na middernacht op straat om dat te vieren. „Het is de eerste keer dat ik ’s ochtends de deur uit kan gaan zonder dat ik hoef te vrezen dat ik word gedood door een bom of een zelfmoordterrorist”, jubelde een taxichauffeur in hoofdstad Kabul.

De gevechtspauze leek zaterdag grotendeels stand te houden, al zijn ook incidenten gemeld. In de noordelijke provincie Balch vielen strijders van de Taliban naar verluidt een overheidsgebouw aan in de buurt van de stad Mazar-i-Sharif. Daarbij vielen volgens een lokale functionaris zeker twee doden.