Ziekte verdachte vertraagt zaak roofmoord fietsenmaker
De strafzaak in hoger beroep tegen de 41-jarige Irfan E. heeft ernstige vertraging opgelopen door rugklachten van de beklaagde. E. wordt verdacht van de roofmoord op de Amsterdamse fietsenmaker Temel Kobya, in maart 2016.
Het gerechtshof in Amsterdam zou de behandeling van de zaak deze week afronden. Het Openbaar Ministerie stond donderdag al klaar om zijn visie op de zaak te geven en een strafeis te formuleren, maar E. bleef onverwachts in zijn cel en verscheen niet in de rechtszaal. Bij navraag zei hij geplaagd te worden door ernstige rugklachten. Hij wilde de honneurs niet laten waarnemen door zijn advocaten, maar per se zelf aanwezig zijn. Toen dat ook vrijdag de situatie bleek te zijn, zag het het hof zich gedwongen de zaak uit te stellen tot 6 en 9 november.
Het 49-jarige slachtoffer werd op 15 maart 2016 aangevallen in zijn winkel aan de Jan Tooropstraat en beroofd van 500 euro. Hij overleed ter plaatse, ten gevolge van een groot aantal steekwonden. Het misdrijf veroorzaakte een schok in de buurt in Amsterdam-West, waar Kobya een geliefde man was.
E. heeft ontkend dat hij Kobya heeft gedood. Na een eis van 25 jaar veroordeelde de rechtbank hem tot 20 jaar cel. E. en het OM tekenden beiden hoger beroep aan.
E. wordt er tevens van verdacht dat hij een kennis ernstig heeft verwond door hem meermalen met een hamer op zijn hoofd te slaan.