Column: Kille cijfers
Haar tas plofte op de grond. Jas ernaast. „Mam, m’n rapport. Superslecht.” Met een grote haal kwam er een map uit haar tas. Voorop prijkte in kleurige letters haar naam. Een gezellig plaatje moest de boel opvrolijken. Ze smeet het ding op tafel. „Ik heb een vijf voor rekenen.” „Een 5?” mompelde ik zachtjes. Niet zo best, dacht ik. Ik keek naar haar gezichtje en zag haar teleurgestelde ogen. „Een 5, ik kan het gewoon niet.”
„Een 5”, zei ik toen hardop. „Wat goed van jou. Dat is al de helft van een 10!” Ik opende de map. Voor spelling een 10. Ik complimenteerde haar. „Je bent supergoed in spelling.” Haar ogen klaarden op. Maar betrokken weer snel. „Ik vind het toch stom van rekenen.” De magere 5 bleef zeuren. Woog zwaarder dan die 10.
Meedogenloos, die rapporten. Kille, handgeschreven cijfers in witte vakjes. Kruisjes met een magere m, een valse v –want wat is nou precies voldoende in het leven?– en een grootse g voor als alles geweldig goed gaat. Een 5, of misschien net een 6 voor als het niet wil. Een 7 voor als het net gaat. Een 8 voor heel aardig. Een 9 als je uitmunt. En een 10 is voor de echte toppers.
Dezelfde week was ik bij mijn broer. We ruimden een kast uit. Een klein mapje kwam tevoorschijn. „Hé, je rapport”, zei ik. We keken erin. Zevens, achten, her en der een 6. Wat zei het ons? Eén ding viel wel op: een leeg vakje bij bewegingsonderwijs. „Ik zat altijd aan de kant”, zei hij. Zijn ziekte dwong hem daar te zitten. De meester had geen cijfer gegeven voor dat zitten aan de kant. Het lege vakje vertelde over zijn ziekte. En over wie hij daardoor was.
Zullen we die cijfers eens weg gaan laten? Want wat zeggen ze nu eigenlijk? Dat je aan de top zit? Of dat je juist niet zo veel waard bent? Zullen we ze vullen met verhalen over wie ze echt zijn?
Lief kind. Haal dat rapport dan maar met een grote, trotse haal uit je tas. En lees. Hoe de juf je helpt met rekenen. Of welk pluswerk voor spelling je krijgt. Hoe behulpzaam je bent. Hoe knap in tekenen. Hoe lekker je kunt lezen. Of over hoe je soms aan de kant zit, maar toch doorzet. Lees maar over wie je bent. Vang warme woorden. In plaats van een kil cijfer. Want zonder die 5 of die 10 voel je je pas echt gezien.