Dit jaar al bijna 300 burgerdoden door luchtaanvallen Syrië
Sinds begin dit jaar zijn in het noordwesten van Syrië bijna driehonderd burgers om het leven gekomen door luchtaanvallen. Dat maakten de Verenigde Naties (VN) dinsdag bekend. Ongeveer 93 procent van die aanvallen werd uitgevoerd door het Syrische regeringsleger van president Bashar al-Assad en zijn bondgenoten, waaronder Rusland.
Sinds december zijn ongeveer 900.000 burgers, vooral vrouwen en kinderen, gevlucht voor het geweld. Zij trekken massaal richting de grens met Turkije, dat troepen heeft gestationeerd bij observatieposten in Idlib. Die Syrische provincie wordt gezien als het laatste bolwerk van rebellen die tegen het leger van Assad vechten.
Op de vraag of Syrië en Rusland zich schuldig maken aan oorlogsmisdaden zei een VN-woordvoerder: „Het grote aantal aanvallen op ziekenhuizen, andere medische voorzieningen en scholen doet vermoeden dat ze niet allemaal toevallig zijn.”
Sinds 2011 woedt in Syrië een burgeroorlog. Het grootste deel van het land is weer in handen van Assad. De oorlog heeft al aan honderdduizenden mensen het leven gekost. Miljoenen zijn op de vlucht geslagen.