Poetin: Alleen intern onderzoek
De Russische president Vladimir Poetin weigert een openbaar onderzoek te laten doen naar de gijzeling in een school in Beslan. Hij zei dat maandagavond op een bijeenkomst met buitenlandse journalisten en Rusland-kenners, waarvan de Britse krant The Guardian dinsdag verslag deed.
Poetin zei wel een intern onderzoek naar de tragedie in Noord-Ossetië te houden, maar niet een openbaar. „Ik wil het verloop van de gebeurtenissen achterhalen en wie ervoor verantwoordelijk is en ervoor gestraft kan worden”, aldus de president. Als het Russische parlement een eigen onderzoek wil instellen, zou hij zich daar niet tegen verzetten, maar Poetin waarschuwde dat dat „een politieke show” kan worden, wat „niet erg productief” zou zijn.
Getuigen hebben gemeld dat de gijzelnemers hun gewelddaden probeerden te rechtvaardigen als een daad van wraak voor het doden van Tsjetsjeense kinderen door Russische troepen. Poetin gaf toe dat Russische militairen mensenrechten hadden geschonden in Tsjetsjenië, maar dat dat, net als de foltering van gevangenen in Irak door Amerikaanse militairen, niet met toestemming van de top was gebeurd.
Volgens Poetin is er geen verband tussen het Russische beleid in Tsjetsjenië en de gebeurtenissen in Beslan. „Denk je eens in dat mensen die kinderen in de rug schieten ergens op onze planeet aan de macht komen. Dan heb je geen vragen meer over ons beleid in Tsjetsjenië”, aldus de president. Hij maakte duidelijk dat naar zijn mening de Tsjetsjeense moslims, met hulp van buitenlandse fundamentalisten, streven naar onafhankelijkheid om het hele zuiden van Rusland te ondermijnen.
De president hield verder vol dat zijn land streeft naar een politieke oplossing voor Tsjetsjenië. Er zouden binnenkort verkiezingen worden gehouden voor een Tsjetsjeens parlement. Rusland zal volgens Poetin geleidelijk zijn troepen naar de barakken laten terugkeren en een minimaal noodzakelijk geacht aantal in de deelrepubliek laten blijven „net zoals de VS doen in Californië en Texas”, zei hij.
Dat het nog steeds oorlog is in Tsjetsjenië, vijf jaar nadat hij de eerste troepen had gestuurd, ontkende Poetin. „Het is een smeulend conflict. Er zijn aanvallen geweest, maar niet zoals de grote van 1999”, aldus Poetin.
Een verslagen Rusland hield maandag zijn eerste van twee afgekondigde dagen van rouw voor de slachtoffers. In het volledig in rouw gedompelde Beslan zelf werd een tweede ronde van 120 begrafenissen gehouden. Tientallen mensen dromden maandag samen om de rijen kisten van kinderen, ouders, grootouders en leraren op de begraafplaats van Beslan en omringende velden. Alle treinen die langs de begraafplaats kwamen, stopten even en lieten een fluitsignaal horen om de doden te eren. Overal in de stad was gehuil te horen.
De politie had de beveiliging op de weg naar de begraafplaats aangescherpt voor het bezoek van hoge lokale en landelijke bewindvoerders, onder wie de Moskouse burgemeester, Joeri Loezjkov, Doema-voorzitter Boris Gryzlov, de Noord-Ossetische president Aleksandr Dzasochov en federaal procureur-generaal Vladimir Oestinov.
Na aankomst spraken de bonzen vanaf een podium op de begraafplaats door luidsprekers een kleine groep mensen toe, terwijl verderop families hun dierbaren begroeven. Een oudere vrouw die riep dat de mannen uit respect ten minste de luidsprekers uit konden zetten, werd door de politie verwijderd. Ze mocht na afloop ook niet met journalisten spreken.
Het officiële dodental van het gijzeldrama stond maandag op 335, onder wie 156 kinderen. Ongeveer honderd mensen worden vermist. De autoriteiten meldden dat op zeker zestig stoffelijke overschotten DNA-tests moeten worden uitgevoerd om hun identiteit vast te stellen. De regering van Noord-Ossetië verklaarde dat 410 mensen nog in het ziekenhuis liggen, van wie een klein aantal, de zwaarst gewonden, in Moskou en Rostov aan de Don.
De dertig gedode gijzelnemers van wie het lichaam is gevonden zijn bij de cijfers niet meegeteld. Zaterdag zei een Noord-Ossetische functionaris dat 35 gijzelnemers waren gedood, maar zondag meldde Interfax op basis van informatie uit Moskou dat er 32 terroristen bij de gijzelingsactie betrokken waren en dat van dertig van hen de lijken zijn gevonden.
Nog steeds is niet duidelijk wat precies de achtergrond van de gijzelnemers was. Een aanklager meldde dat de gijzelnemers behoorden tot een cel van de Tsjetsjeense rebellenleider Sjamil Basajev, die in juni een reeks aanvallen op politiebureaus in Ingoesjetië uitvoerde. Een gearresteerde gijzelnemer noemde voor de zender Rossija de namen van Basajev en de separatistische president van Tsjetsjenië Aslan Maschadov als opdrachtgevers.
De Russische staatstelevisie meldde zondag dat onder de rebellen Kazachen, Tsjetsjenen, Ingoesjen, Arabieren en Slaviërs waren. De staatstelevisie liet een bange man zien, volgens het commentaar een van de drie gijzelnemers die zaterdag werden aangehouden, geflankeerd door twee gemaskerde politieofficieren. Volgens de nieuwswebsite gazeta.ru heette de man Noer-Pasji Koelajev, is hij 24 jaar oud en Tsjetsjeen. Koelajev zou samen met zijn broer en drie andere mannen uit zijn dorp aan de gijzeling hebben meegedaan.
Behalve de naam van Koelajev meldde de website ook nog de naam van een Oekraïner, ene Anatoli Chodov, die zou hebben deelgenomen aan de gijzeling. Het Oekraïense ministerie van Buitenlandse Zaken heeft dat ontkend.
In Sint Petersburg namen tienduizenden mensen deel aan een wake voor de slachtoffers van Beslan. ”Jullie maken ons niet bang” en ”Terroristen zijn geen mensen”, stond op hun spandoeken. Voor dinsdag stond een grote protestbijeenkomst in Moskou gepland.
De NAVO heeft voor dinsdag een speciale vergadering met Rusland ingelast om het gijzelingsdrama te bespreken. Volgens de NAVO is de vergadering vooral bedoeld om Rusland haar medeleven te tonen. De alliantie sluit niet uit dat er op de vergadering ook gediscussieerd zal worden over verdere samenwerking tussen de NAVO en Rusland op het gebied van terrorismebestrijding.
Uit verschillende landen kwam maandag hulp binnen. Spanje nodigde de overlevenden van het drama uit om enige tijd in Spanje „ver weg van de verschrikking” bij te komen, Ierland zegde 100.000 euro toe en vanuit Frankrijk vertrok een vliegtuig met medische goederen en verplegers.