Deze harde kritiek uitte voormalig topambtenaar bij het ministerie van Economische Zaken S. J. G. van Wijnbergen maandag in zijn verhoor door de tijdelijke commissie infrastructuur (TCI). Volgens Van Wijnbergen liet de politiek zich door niets of niemand afbrengen van het idee dat de Betuweroute er moest komen. Protest vanuit de maatschappij, een oproep van acht vooraanstaande hoogleraren om te stoppen, het haalde allemaal niets uit.

Daarbij werd het alternatief van de binnenvaart volstrekt genegeerd, aldus Van Wijnbergen. „Iedereen met een beetje verstand wist dat de Rijn de doodsteek zou zijn voor de Betuweroute.” De goederenspoorlijn was „economisch niet te verdedigen.” Waarom niemand naar de kritiek luisterde, kon de ex-topambtenaar gisteren niet verklaren.

Oud-VVD-kamerlid Verbugt verweerde zich door te zeggen dat de tegenstanders niet veel nieuwe argumenten op tafel legden en dat er ook veel voorstanders waren. Bovendien zag zij na 140 rapporten over de Betuweroute „door de bomen het bos niet meer.” Volgens Verbugt heeft zij regelmatig aan de bel getrokken bij het kabinet, maar dat haalde niets uit. „De antwoorden waren altijd heel vaag. Je kreeg nergens een vinger achter.”

Verder werd de Kamer volgens haar op cruciale momenten belangrijke informatie over de Betuweroute, zoals over kostenstijgingen en private financiering, onthouden, of kwam die veel te laat. „Wij hebben niet de informatie gekregen waar we recht op hadden.”

Oud-minister Netelenbos van Verkeer ontkende maandagavond op televisie overigens met kracht dat zij de Tweede Kamer heeft misleid. Volgens de ex-bewindsvrouw hebben de hoorzittingen met deskundigen destijds „geen nieuwe feiten opgeleverd.” Ze noemde Van Wijnbergen „volstrekt rancuneus.”

Wellicht kan minister Zalm van Financiën, die deze week ook wordt gehoord door de TCI, wel uitleggen waarom de Kamer niet alle belangrijke informatie over de Betuweroute heeft gekregen.