Angst voor toenemende etnische onlusten op Kaukasus
Op de eerste dag van nationale rouw ter nagedachtenis van de gijzelslachtoffers in Beslan, maandag, overheerste in Rusland vooral angst. Ondanks de belofte van president Poetin om de veiligheidssituatie te versterken, houden burgers rekening met toenemend geweld en etnische spanningen in hun land.
De Russische media stonden maandag geheel in het teken van de begrafenis van de omgekomen gijzelaars in het Noord-Ossetische Beslan. Behalve veel uitingen van verdriet was er ook kritiek te horen op de autoriteiten. In Noord-Ossetië hadden er enkele demonstraties plaats waar de deelnemers het aftreden van hun president en een onafhankelijk onderzoek naar de gijzelingsactie eisten.
Ook in de rest van Rusland is veel kritiek op het optreden van de autoriteiten te horen. Maar er zijn weinigen die pleiten voor een onafhankelijk onderzoek en rekenschap eisen van de verantwoordelijke politici. Een van hen is parlementslid Dmitri Rogozin. Hij is leider van de partij Rodina (Moederland), een kleine links-nationalistische fractie in de Doema.
De politicus heeft maandag de Russische regering en de veiligheidsheidsdiensten beschuldigd van plichtsverzaking en hun onmiddellijke aftreden geëist. Ook heeft hij opgeroepen tot een onafhankelijk parlementair onderzoek naar de gebeurtenissen in Beslan.
Tegelijkertijd hekelde Rogozin zijn medeparlementsleden, omdat die niet bereid waren om voor de gijzelactie hun zomerreces af te breken en naar de plaats des onheils af te reizen. Ten slotte meent hij dat het flink verhogen van de straffen voor terroristische en criminele activiteiten de enige effectieve methode is om een eind te maken aan de golf van terreur in Rusland.
Hierin wijkt hij weinig af van de meeste andere Russische politici. Ook de grootste Doema-fractie -Poetins partij Jedinaja Rossija (Verenigd Rusland) - sprak maandag over „keiharde maatregelen” tegen deze criminelen. Net als Poetin benadrukt de partij dat de gijzelactie een daad van „internationaal terrorisme” is.
Maar in de pers en onder specialisten heerst er consensus dat het in eerste instantie toch een probleem met nationale wortels betreft, namelijk de Tsjetsjenen en hun problematische verhouding tot Rusland. Wellicht ontvangen ze daarbij financiële steun uit het buitenland, maar dat is hieraan ondergeschikt.
De Russische autoriteiten hebben er de afgelopen dagen juist alles aangedaan om de gijzelactie als een internationale terroristische daad voor te stellen, die zelfs grotendeels door buitenlanders zou zijn uitgevoerd. Ze spreken bijvoorbeeld over tien gedode Arabische terroristen.
Maar pers en specialisten trekken deze claim in twijfel. Want als dit daadwerkelijk het geval is, waarom tonen ze hun lichamen dan niet? Op de Russische televisie zijn wel op grote schaal de lichamen van betrokken Kaukasiërs te zien. Ook zijn de tot nu officieel geïdentificeerde gijzelnemers vrijwel allen afkomstig uit de Noord-Kaukasus.
Opvallend daarbij is ook de deelname van Ingoesjetiërs en zelfs van een Noord-Ossetiër met islamitische afkomst - de meeste Noord-Ossetiërs zijn Russisch-orthodox. Dit wijst er volgens specialisten op dat de Tsjetsjeense rebellen erin geslaagd zijn de etnische basis van hun manschappen te verbreden, en daarmee hun actieradius op de Kaukasus te vergroten.
Al eerder hadden zich op grote schaal Dagestanen bij de rebellen aangesloten. Inmiddels zouden ook tientallen inwoners van Kabardinië-Balkarië -dat ten westen van Noord-Ossetië ligt- deel uitmaken van de rebellengroepen.
De leider van deze Russische deelrepubliek, Valeri Kokov, heeft inmiddels gewaarschuwd voor dreigende etnische spanningen in deze regio. In Noord-Ossetië zelf nemen de oproepen tot wraak op de aangrenzende islamitische Ingoesjetiërs -die op hun beurt weer nauw verwant zijn met de Tsjetsjenen- met de dag toe.
Volgens de Russische krant Gazeta heeft de politie het afgelopen weekend zelfs maar ternauwernood kunnen voorkomen dat een groep van 1000 Ossetiërs de grens met Ingoesjetië overstak om daar de huizen van Ingoesjetiërs aan te vallen.
In 1992 heeft er in dit gebied nog een ware oorlog gewoed, waarbij duizenden Ingoesjetiërs Noord-Ossetië zijn uitgejaagd. De spanningen zijn nooit meer helemaal verdwenen en de eeuwenoude traditie van de bloedwraak maakt de situatie er extra gespannen.
Defensiespecialist Pavel Felgenhauer zei op Radio Echo Moskvy daarom serieus rekening te houden met het uitbreken van een nieuwe, bredere oorlog op de Kaukasus. Door de nadruk op het internationaal terrorisme te leggen en het Tsjetsjeense aspect te bagatelliseren, lijkt Poetin dit probleem volledig te onderschatten.