Post Uit Karinthië: De nieuwe bisschop en de buurvrouw
Nee, onze buurvrouw is niet rooms meer, vertelde ze vorige week. Ze had toch al niet zoveel met de kerk, en toen al die misbruikdrama’s boven tafel kwamen, besloot ze zich te laten uitschrijven.
O ja, ze gelooft beslist dat er „iets” is! Vandaar, dat wij een gelukssteen van haar krijgen voor het onlangs begonnen jaar.
Onze kinderen geeft ze alle drie vijf euro, mét een ”Schweinchen”, want ook dit plastic varkentje kan hun immers „Gesundheid und Glück” brengen.
Ons kroost is er inmiddels aan gewend. Hebben ze een belangrijke toets op school, dan nemen de meeste klasgenoten steentjes, klavertjes-vier, schoorsteenvegertjes of lieveheersbeestjes van plastic mee. Die zetten ze op de hoek van hun tafel en pas dan buigen ze zich over de vragen van Frau Professor. Succes schijnt nu verzekerd te zijn.
Toen onze Rachel twee maanden terug dertien jaar werd, kreeg ze van haar vriendin een ketting met een miniatuurflesje eraan, waarin een goudkleurig beschermengeltje bungelde.
Als ik ergens overtuigd ben geraakt van het ingeschapen godsbesef van ons, mensen, dan is het wel hier in Karinthië. Zeker, het rooms-katholieke bolwerk wordt momenteel met bezemen gekeerd. De kerk loopt leeg, en wel in een duizelingwekkend tempo. Niet voor niets vroeg Josef Marketz zondag bij zijn inwijding tot 66e bisschop van het bisdom Gurk-Klagenfurt nadrukkelijk om aandacht voor hen die vertrokken.
Dat zijn er namelijk nogal wat. Een „Krisenjahr”, zo bestempelde de Kleine Zeitung het jaar 2019 voor de Rooms-Katholieke Kerk in Karinthië. Maar liefst 5815 mensen namen afscheid, een recordaantal kerkverlaters. Ten opzichte van het jaar daarvoor gaat het om een stijging van bijna 64 procent.
En hoewel er nog altijd 356.920 Karinthiërs rooms-katholiek zijn, raakt de kaartenbak leger en leger. Radio Karinthië constateerde deze week dan ook dat de nieuwe bisschop een „grote uitdaging” wacht. Met man en macht zal hij moeten proberen verdere leegloop te voorkomen, en –nog liever– verdwenen kerkleden weer terug te krijgen.
Daartoe is zelfs een speciale website in het leven geroepen: www.eintreten.at. Maar hoopgevend zijn ook wat dat betreft de cijfers niet: Traden in 2018 nog 406 mensen –voor het eerst of opnieuw– toe tot de Rooms-Katholieke Kerk in Karinthië; in 2019 waren dat er 368. Opnieuw een daling dus.
Schokkende aantallen al met al, zeker als je bedenkt hoe belangrijk deze kerk en haar tradities altijd zijn geweest in het leven van de bevolking hier. De huizen, de scholen, de verenigingen en zelfs het straatbeeld zijn ervan doortrokken in de vorm van crucifixen, bidkapellen en tal van traditionele feesten en gebruiken
De vraag is nu echter, wat er in de plaats van de verdwenen godsdienst komt. Het beeld van het met bezemen gekeerde huis uit Lukas 11 doemt vaak op in mijn gedachten. En niet alleen omdat ”vegen met een bezem” in ons nieuwe vaderland inderdaad ”kéhren mit einem Besen” heet… Vooral omdat er in zo’n leeg huis volgens Jezus ruimte ontstaat voor méér en ergere geesten, die er zonder twijfel hun intrek gaan nemen.
Schenen geloof en bijgeloof voor velen toch al hand in hand te gaan binnen het rooms-katholicisme, voor al die kerkverlaters zoals onze buurvrouw blijft inmiddels alleen het bijgeloof nog over.