Medeverdachte Ruinerwold Josef B. toch onderzocht in kliniek
De rechtbank in Assen stuurt Josef B., medeverdachte in de Ruinerwoldzaak, alsnog naar het Pieter Baan Centrum (PBC) voor een gedragskundige observatie. Dat meldt zijn advocaat Yehudi Moszkowicz vrijdag.
De rechter-commissaris had eerder een vordering van het Openbaar Ministerie hiertoe afgewezen. Het OM tekende tegen deze beslissing hoger beroep aan.
Josef B. (58) wordt onder meer verdacht van jarenlange vrijheidsberoving van zes kinderen van Gerrit Jan van D., de hoofdverdachte in de zaak. Van D. zou zijn kinderen volledig van de buitenwereld geïsoleerd hebben gehouden op een afgelegen boerderij nabij het Drentse dorp Ruinerwold. B., was de huurder van de boerderij en volgens het OM „het gezicht naar de buitenwereld”, waardoor het gezin Van D. onzichtbaar kon blijven. B. ontkent iets strafbaars te hebben gedaan.
Van D. (67) werd enkele jaren geleden getroffen door een hersenbloeding en kan als gevolg daarvan niet meer praten. Hij heeft hierdoor nog geen enkele verklaring kunnen afleggen, sinds zijn arrestatie in oktober, nadat het bestaan van het gezin aan het licht was gekomen.
Maandag, tijdens de eerste openbare zitting in de geruchtmakende zaak, bepaalde de rechtbank dat Van D. neurologisch en neuro-psychologisch moet worden onderzocht. Ook zal hij naar het PBC worden gestuurd. Naar verwachting zullen de onderzoekers in de kliniek ook de interactie tussen beide verdachten observeren.
De rechtbank verlengde maandag het voorarrest van beide mannen voor drie maanden. Moszkowicz had voor zijn cliënt B. om opheffing dan wel schorsing van het voorarrest gevraagd. Hij heeft tegen de afwijzende beslissing hoger beroep aangetekend.