Synode GKV bespreekt bezwaren tegen vrouw in ambt
Meer dan twintig bezwaarschriften tegen de vrouw in het ambt. De generale synode van de Gereformeerde Kerken vrijgemaakt (GKV) trok er in Elspeet een dag voor uit om ze te bespreken. „Er schort wel het een en ander aan de onderbouwing van ons besluit.”
De landelijke vergadering van de Gereformeerde Kerken vrijgemaakt gaf in 2017 groen licht aan de bevestiging van vrouwen in de ambten van predikant, ouderling en diaken. Bijna vier op de tien vrijgemaakte kerken hebben inmiddels aangegeven dat te doen. Maar er leven ook bezwaren. Dat leverde 24 verzoeken op om het synodebesluit te herzien.
„De vrouw in het ambt is een beladen onderwerp”, zegt tweede voorzitter ds. D. W. L. Krol. „Het besluit heeft veel losgemaakt.”
De synode maakte donderdag een begin met de behandeling van de revisieverzoeken. Ook vrijdag is een deel van de dag ingeruimd voor de bespreking van de bezwaren. De landelijke vergadering neemt pas later een besluit.
Om de bespreking wat te stroomlijnen, is een zogenoemd raamdocument opgesteld. Daarin worden de verschillende bezwaren in hoofdlijnen samengebracht. „We beseffen heel goed dat dit een complexe materie is”, zegt ouderling P. G. Bakker, voorzitter van de commissie revisieverzoeken man/vrouw. „Dit vraagt om zorgvuldigheid.”
De commissie heeft vooral gekeken naar de inhoud, aldus Bakker. Ze deed onder meer onderzoek naar wat de Bijbel zegt over de verhouding tussen man en vrouw, de scheppingsorde, heersen en dienen en het zwijgen van vrouwen in de samenkomsten. En welke rol speelt de cultuur in de beoordeling daarvan?
Aan de onderbouwing van de besluiten van de generale synode van Meppel in 2017 „schort het een en ander”, concludeert Bakker. Zo zijn de zwijgteksten „onvoldoende in rekening gebracht.”
Dat betekent echter niet dat de synode moet terugkomen op haar besluit om de ambten voor vrouwen open te stellen. „De besluiten laten we voorlopig even staan.”
Ds. P. Poortinga (Zeewolde) verdiepte zich namens de commissie in de hermeneutiek, de manier waarop de Bijbel wordt gelezen en toegepast. „Hermeneutiek is in de discussie over vrouw en ambt niet doorslaggevend”, stelt hij. „We geloven alles wat de boeken van de Heilige Schrift bevatten. Het gaat vooral om de Heilige Geest, Die in ons hart getuigt.”
Het besluit om vrouwen tot de ambten toe te laten, is dan ook geen gevolg van „postmodern emancipatiedenken”, zegt afgevaardigde ouderling A. van den Berg (Westerbork) even later. De „beslissende norm” is de Schrift.
Ouderling A. T. Kamsteeg (Dordrecht) heeft moeite met de term „nieuwe hermeneutiek.” Die wekt volgens hem de suggestie dat „alles fout gaat. Maar dat is een karikatuur.”
Hij vindt het belangrijk om het besluit uit 2017 goed te onderbouwen en te laten zien dat de Bijbel, na een „integere uitleg”, ruimte biedt aan vrouwelijke ambtsdragers.
Ds. R. J. Vreugdenhil (Capelle aan den IJssel) verwijst naar een commissierapport van de Christelijke Gereformeerde Kerken, waarin tegen de „nieuwe hermeneutiek” van de GKV wordt gewaarschuwd. De GKV moeten „kritische kerken” duidelijk maken hoe ze hermeneutisch te werk zijn gegaan, vindt hij. De predikant benadrukt dat sommige teksten een verschillende uitleg kunnen hebben. „De kanttekenaren van de Statenvertaling zagen dat ook.”
Het besluit om de ambten open te stellen voor vrouwen betekent niet dat de GKV buigen voor de huidige Westerse cultuur, vindt commissielid ds. R. P. Heij (Hardenberg). „De aanleiding om na te denken over vrouw in ambt ligt in de ontwikkelingen van de huidige tijd en cultuur, maar de uitwerking is er een van de hernieuwde doordenking van wat God in Zijn Woord van ons vraagt. Het verwijt van buigen voor de cultuur is ongegrond.”
De generale synode deed in 2017 geen bindende leeruitspraken, stelt de predikant. „Ze bood plaatselijke ruimte voor de invulling van de ambten.”
De eenheid van het kerkverband is niet in het geding, aldus ds. Heij. „Die rust in de eenheid van geloof en belijden.”
Ds. L. E. Leeftink (Assen) vraagt aandacht voor de positie van gemeenten die geen vrouwelijke ambtsdragers willen benoemen. „Tegenover een overweldigende meerderheid moeten zij heel sterk in hun schoenen staan.”
Afgevaardigde E. Holwerda (Koog aan de Zaan) vindt dat de GKV ervoor moeten waken om „verscheidenheid” niet te laten uitlopen op „verdeeldheid.”
Ds. Vreugdenhil vindt dat christenen moeten erkennen dat de cultuur op bepaalde punten vooroploopt en dat kerken pas later volgen. Bijvoorbeeld op het punt van de positie van de vrouw. Tegelijk is het volgens hem zo dat de kerk „anderhalf millennium” een „vrouwonvriendelijke cultuur” heeft gevolgd. „Dat mag best worden benadrukt.”
Hij hoopt dat de „diversiteit” in visies op vrouw en ambt zal verdwijnen – net zoals er in de GKV vroeger verschillende meningen bestonden over vrouwenstemrecht en het dopen van adoptiekinderen.
Ds. A. Koster (Gouda) zegt dat hij in 2017 in Meppel niet op alle onderdelen voor de vrouw in het ambt heeft gestemd. „Maar we hebben oprecht naar de Bijbel willen luisteren. In het raamdocument mag naar voren komen dat er in Meppel geen wissel is omgegaan.”
Synodepreses ds. M. H. Oosterhuis wil een misverstand voorkomen: „De Schrift doet niet in alle details bindende uitspraken.”
De GKV waren vroeger bang voor verandering en diversiteit, zegt afgevaardigde H. J. Toebes (Harderwijk). „We hadden overal een antwoord op. Vanwege onze stelligheid hebben we zaken verdedigd die we nu niet zouden verdedigen.”
Sommige kerkleden hebben moeite met de hoge snelheid van de veranderingen, constateert hij. „De ruimte voor verscheidenheid kan leiden tot een cultuurverandering. Het uitgangspunt ”ruimte voor regels” verandert in ”regels voor ruimte”.”
Dan gaat het over wat de Bijbel zegt over „niet heersen maar dienen.” Daarin is het gebruik van gaven binnen de gemeente belangrijker dan de verschillen tussen mannen en vrouwen, stelt commissielid ds. M. O. ten Brink (’t Harde).
Ds. Koster wijst erop dat als een vrouw dezelfde gave als een man heeft gekregen, dat nog niet per se betekent dat ze die ook in een ambt moet gebruiken.
„Ik maak me zorgen om de kerk”, zegt ds. S. de Bruine (Balkbrug) even later. „Maar niet zoals degenen die tegen de vrouw in het ambt zijn. Alsof dat de lakmoesproef is voor gereformeerd zijn. Terugdraaien van het besluit lijkt me geen optie meer. Maar laten we, ook voor de gemeenten die bezwaar hebben aangetekend, wel een goede onderbouwing geven. Laten we één zijn, ondanks de verschillen.”
Een afgevaardigde: „Het zou mooi zijn als we een rapport op tafel weten te leggen waardoor kerken in het buitenland over tien jaar tot andere inzichten komen.”
Het moderamen (bestuur) van de synode maakte donderdag bekend dat de Indonesische zusterkerk Gereja-Gereja Reformasi di Indonesia (GGRI-NTT) op het eiland Soemba de band met de GKV heeft verbroken vanwege het besluit om vrouwen tot de ambten toe te laten.