Visa voor Nederland moeilijk verkrijgbaar buiten EU
„Komt u volgende week maar weer terug”, snauwt een medewerker van de Nederlandse Ambassade in de Libanese hoofdstad Beiroet tegen een op leeftijd zijnde man. Sinds 1 april van dit jaar zijn de regels voor een Schengen-visum flink aangescherpt. De Europese Unie is beveiligd als een middeleeuws fort en Nederland -sinds 1 juli voorzitter- loopt voorop met zijn strenge beleid.
Lange rijen aan de balies van de diverse ambassades zijn aan de orde van de dag; vreemdelingen lijken niet meer welkom in Europa. „Zo gaat het nu al een paar maanden,” verzucht de 68-jarige Cherbel Mansour uit het noorden van Libanon. Al weken probeert hij tevergeefs een visum te bemachtigen om zijn dochter in Nederland te bezoeken, maar de reden van het falen blijft voor hem een raadsel. Hij heeft het gevoel dat hij aan het lijntje wordt gehouden.
De zon brandt op deze hete zomermorgen. Cherbel Mansour heeft er een reis van anderhalf uur op zitten. Hij gaat gekleed in een traditioneel Libanese ”cherwel”: een zwarte laag uitgesneden broek met linnen shirt. Na enige twijfel lucht hij toch zijn hart: „Telkens laten ze me hierheen komen en krijg ik vervolgens de mededeling om over een week terug te komen.” Mansour heeft niet alleen het gevoel dat er een spelletje met hem wordt gespeeld, hij is vooral erg verdrietig over de gang van zaken en voelt zich machteloos. Zijn teleurgestelde reactie illustreert goed de irritatiegrens die bij veel Arabieren lang geleden bereikt is.
De dienstverlening op diverse Europese ambassades in Libanon lijkt verre van optimaal. Zelfs na het invullen van de ellenlange formulieren, compleet met kopieën van een inkomsten- en werkgeversverklaring, kan de aanvraag van iets simpels als een toeristenvisum meer dan zes weken in beslag nemen. De angst om de Europese welvaart kwijt te raken, lijkt groter dan ooit tevoren en heeft iets van een collectieve paranoïde.
Na slechts één ochtend wordt al duidelijk wat het nieuwe Europese beleid ten aanzien van vreemdelingen is: blijf alstublieft thuis! Naast onnodige beledigingen lijkt het de normaalste zaak van de wereld een visumaanvrager te kleineren en van het kastje naar de muur te sturen. „Ik moest terug naar huis omdat ik het bonnetje van mijn verzekering was vergeten”, legt de 28-jarige Nadine boos uit. „Ik vind Europeanen een stel hypocrieten”, gaat de koud afgestudeerde tandarts verder. „Ze wandelen ons land zomaar binnen met hun paspoort en wij moeten voor ze door het stof kruipen.”
Het is vijf over elf. Bij de uitgang van de Nederlandse Ambassade vormt zich al snel een groepje teleurgestelde mensen. Iedereen wil wel iets over Europa kwijt. Een mevrouw van middelbare leeftijd legt uit dat er weinig veranderd is in de afgelopen tien jaar: „Wij zijn nooit welkom geweest in het westen.” De precieze reden hiervoor is ook voor haar een raadsel: „Wij zijn gewoon mensen die ook het recht hebben om de wereld te zien!”
Het nog verder aanscherpen van de regels lijkt zinloos. Men is het er hier unaniem over eens dat op deze manier de illegaliteit juist wordt uitgelokt. Het feit dat Europa talloze illegalen kent, is het bewijs dat regels alleen niet genoeg zijn. Ook is het duidelijk dat het kaf niet van het koren wordt gescheiden en dat de goeden boeten voor de kwaden.
Men vindt het moeilijk te accepteren dat het bijna onmogelijk is om in Europa op vakantie te gaan, terwijl het Midden-Oosten jaarlijks overstroomd wordt met Europese avonturiers. „Als zij hier komen worden ze gastvrij en met veel respect behandeld”, zucht Nadine. Na een minuut of tien valt het groepje rustig uit elkaar. Men heeft er genoeg van en keert huiswaarts. Het is veel te warm voor al deze opwinding, maar toch is de frustratie er niet minder om.
Het is bijna niet voor te stellen dat al deze mensen misbruik van de Europese gastvrijheid willen maken, desondanks wordt er in ieder geval voorlopig niet van de huidige koers afgeweken. Het bezoek van de Nederlandse minister van Buitenlandse Zaken aan Damascus in maart van dit jaar bleek een voorbode voor het nieuwe beleid. Minister Bot sprak op een conferentie uitgebreid met alle Nederlandse ambassadeurs in het Midden-Oosten over de „nieuwe situatie” in de regio. Centraal in het overleg stond de zogenaamde „nieuwe problematiek” waar de Nederlandse vertegenwoordiging in het Midden-Oosten dagelijks mee te kampen heeft.
Bart Jochemsen, woordvoerder van minister Bot, legt uit dat nu Nederland voorzitter is van de Europese Unie er een leidinggevende rol zal moeten worden gespeeld. Zaken als de verslechtering van de situatie in Israël en Irak en de veiligheid van de Nederlanders in de regio worden kritisch besproken in de komende maanden. Het nieuwe vreemdelingenbeleid is erop gericht de ’problemen’ zo veel mogelijk lokaal op te lossen. Met andere woorden: de deuren van Nederland gaan nog verder dicht. Over de gang van zaken op de Nederlandse ambassade heeft Jochemsen net als het ambassadepersoneel zelf „geen commentaar.” Na enig aandringen ontkent de woordvoerder van de minister dat er iets niet goed zit. „Wij voeren slechts de wens van de kiezer uit, niets meer dan dat.”