GB kan niet anders dan vrouwenstandpunt handhaven
Zeven (oud-)synodeleden van de Protestantse Kerk in Nederland (PKN) doen een oproep om de ambten in de PKN kerkbreed open te stellen voor vrouwen. Het appel is mede gericht aan het hoofdbestuur van de Gereformeerde Bond. De ondertekenaars noemen het „te gemakkelijk conservatisme” om eraan vast te houden dat alleen mannen ambtsdrager kunnen zijn. Ze roepen de Bond op bij „zichzelf te rade te gaan of het geen tijd wordt deze wissel nu ook om te zetten.”
Opmerkelijk is dat de Gereformeerde Bond verweten wordt vast te houden aan „te gemakkelijk conservatisme.” Daarmee worden dit deel van de PKN twee dingen kwalijk genomen: het maakt zich gemakkelijk af van de kerkelijke vragen over de vrouw in het ambt en, ten tweede, het is conservatief.
Wie even inzoomt op de gang van zaken zal snel concluderen dat het onterecht is de bonders gemakzucht te verwijten. Er zijn in verleden en heden heel wat studies en bezinningsbijeenkomsten aan dit thema gewijd. De GB heeft hiervan waarschijnlijk meer werk gemaakt dan degenen voor wie het toelaten van de vrouw tot het ambt vanzelfsprekend was.
Evenzo is het misplaatst de GB conservatisme te verwijten. Daarmee wordt de groep geframed als ouderwets. Het gaat voorbij aan de diepe overtuiging dat de Bijbel de weg tot het ambt voor de vrouw blokkeert. Niet omdat ze minder is, maar omdat de Bijbel haar een andere bediening toewijst. Dat die overtuiging heel oude papieren heeft, wil nog niet zeggen dat ze daarmee achterhaald is. Integendeel, het is een standpunt dat zijn soliditeit heeft bewezen omdat het tot nu toe in de (soms) heftige discussies en aanvallen overeind is gebleven.
De oproep van de zeven (oud-)synodeleden laat ook zien wat er gebeurt wanneer aan bezwaarden een gedoogpositie wordt gegeven. Zodra zij die ‘vooruit’ willen een meerderheidsbesluit kunnen nemen, gunnen zij hun tegenstanders te blijven bij hun standpunten. Die krijgen dan een uitzonderingspositie.
Zo’n gunning heeft in de kerkelijke wereld doorgaans twee oogmerken. Enerzijds is ze bedoeld om beleid goed te implementeren. Daarbij kan de tegenstand van bezwaarden hinderlijk zijn. Dus moeten zij (voorlopig) gerustgesteld worden. Anderzijds wordt vaak uitgegaan van de gedachte: bezwaarden zullen mettertijd wel van gedachten veranderen.
Bij veel processen betekent gedogen dus niet zozeer oog hebben voor de andersdenkenden, zodat die blijvend een veilige plaats hebben, maar meestal: uitstel tot de opponenten eraan toe zijn. Nu is de PKN nog een kerk waar voor elke bezwaarde een plaats is. Maar zal de moderne tijdgeest die gedachte blijvend accepteren? Is de oproep om mee te gaan een eruptie of een voorsignaal van een veranderend tij? In ieder geval is duidelijk dat het voor de Bond om wezenlijke punten gaat, waaraan zij moet vasthouden omdat de Bijbel deze weg wijst. Zij kan niet anders.