Poetins stabiliteitsmythe lijkt definitief ontmaskerd
De grootste verdienste van Vladimir Poetins presidentschap zou een stabieler Rusland zijn. Maar de golf van terreur die het land momenteel overspoelt, laat weinig heel van dit beeld. Vooral Poetins claim dat het leven in de deelrepubliek Tsjetsjenië volledig is genormaliseerd, lijkt nu definitief ontmaskerd.
De situatie is zelfs zo instabiel dat het Kremlin voor het eerst in de geschiedenis vanwege het Tsjetsjeense conflict een spoedzitting van de Veiligheidsraad heeft bijeengeroepen. Het Russische beroep op de internationale gemeenschap is opmerkelijk.
Tot nu toe beschouwde het Kremlin de Tsjetsjeense kwestie als een puur binnenlandse aangelegenheid waarmee het geen bemoeienis van buitenaf duldde. Noch de VN noch de OSVE zijn welkom in Tsjetsjenië. Wellicht komt daar nu verandering in. Poetin ziet zich namelijk geconfronteerd met het grootste dilemma van zijn gehele presidentschap.
Na een serie aanslagen tegen burgers in verschillende delen van het land zijn nu de meest kwetsbare leden van de samenleving het slachtoffer van terreur: kinderen. Tot nu toe sloot Poetin ten koste van alles een dialoog met Tsjetsjeense terroristen en vrijheidsstrijders uit. „We zullen tegen hen vechten en hen vernietigen”, zo zei hij nog begin deze week, net voordat de gijzeling van de kinderen in Noord-Ossetië begon.
Mede als gevolg van deze onverbiddelijke houding liepen alle Tsjetsjeense gijzelingsacties steevast uit op een groot verlies van levens van onschuldige burgers. Bij de bestorming van het Moskouse Doebrovka-theater in oktober 2002 kwamen 129 gegijzelden om het leven doordat de veiligheidstroepen bij hun bestorming een dubieus slaapgas gebruikten.
Hoewel er achteraf wel kritiek is op dergelijke vaak bloedige bestormingen, is er nooit onafhankelijk onderzoek naar gedaan. Het Kremlin heeft keer op keer herhaald dat er in dergelijke situaties geen andere oplossingen bestaan en stelt kritiek hierop bijna gelijk aan landverraad.
Maar dit keer lijkt Poetin er niet zo gemakkelijk mee weg te kunnen komen. De Russische media waarschuwen het Kremlin op grote schaal niet dezelfde fouten te maken als bij voorgaande gijzelingsacties. Ze roepen hem op dit keer wel om het welzijn van zijn burgers te denken, zeker omdat het kinderen betreft.
Ook wijzen ze massaal Poetins bewering af dat Rusland het slachtoffer zou zijn van een complot van het internationaal terrorisme. Het gaat in eerste instantie om de Tsjetsjenen en hun problematische verhouding met Rusland, zo menen zij. Wellicht ontvangen ze daarbij wel financiële steun uit het buitenland, maar dat is hieraan ondergeschikt.
„We moeten eindelijk contact leggen en vrede stichten met de Tsjetsjenen”, zo schrijft de krant Nezavisamaja Gazeta. „Hoeveel burgers en kinderen moeten er nog sterven voordat de Kremlin-leiders eindelijk begrijpen dat ze hun politiek fundamenteel moeten veranderen?” vraagt de krant Moskovskaja Pravda zich af.
Maar het toegeven aan dergelijke wensen zou Poetins legitimiteit als president in twijfel trekken. Want het was immers zijn harde opstelling jegens de opstandige Tsjetsjenen die hem in 1999 aan de macht bracht. Poetin startte toen een grootschalige „antiterroristische actie” - een eufemisme voor een bloedige oorlog, die „voor eens en altijd” de Russische orde moest herstellen in de afvallige republiek. Tsjetsjenen stelde hij gelijk aan terroristen die vernietigd moesten worden, „tot in het toilet” aan toe.
Zijn harde aanpak maakte hem immens populair onder zijn bevolking en mediacensuur zorgde ervoor dat velen geloofden dat hij inderdaad vrede had gebracht in de opstandige republiek. De slotfase bestond uit de vorig jaar aangenomen Tsjetsjeense grondwet en eerste presidentsverkiezingen. Hiermee leek het voor de buitenwereld alsof de situatie er zich inderdaad volledig had genormaliseerd.
Maar in werkelijkheid heerst er een permanente staat van oorlog, waarbij zowel het Russische leger als de rebellen zich te buiten gaan aan grove wreedheden jegens de burgerbevolking. Ook is er sprake van een groot aantal ontvoeringen en verdwijningen. Volgens Russische mensenrechtenorganisaties als Memorial heeft juist de harde aanpak van de Tsjetsjenen geleid tot het opgroeien van een veel radicalere generatie strijders, die vastbesloten zijn de Russische intimidaties te wreken.
De stabiliteit onder Poetin is slechts een schijnstabiliteit, die in stand wordt gehouden door intimidatie, geweld en vooral ook door censuur. Het aantal aanslagen met dodelijke afloop is onder het presidentschap van Poetin juist verder toegenomen en het Tsjetsjeense conflict heeft zich de afgelopen tijd uitgebreid richting de buurrepublieken Ingoesjetië en Noord-Ossetië. Poetin erkende woensdag voor het eerst dat de situatie in de Kaukasus erg broos is geworden. Hopelijk vertaalt dit zich ook in een verstandiger aanpak van de problematiek ter plekke.