Opgemerkt
Vrijwel ieder dagblad biedt lezers de mogelijkheid te reageren op het nieuws en de standpunten in de krant. Ook het RD kent een rubriek voor ingezonden brieven: ”Opgemerkt”.
Uit lezersonderzoek blijkt dat er voor deze reacties van lezers veel belangstelling bestaat bij de abonnees. Na het weerbericht en het beroepingswerk volgt Opgemerkt. De attentiewaarde van de rubriek is dus hoog.
Als het om de waardering van de lezer gaat, ligt het cijfer beduidend lager. Mensen verbazen zich over de manier waarop schrijvers soms reageren op het nieuws of ergeren zich aan de toon en de inhoud van sommige brieven. Van tijd tot tijd ontvangen we zelfs de suggestie de rubriek maar op te heffen vanwege haar weinig verheffende karakter. Eind jaren tachtig hebben we dat ook een periode gedaan. Gewoon geen brieven meer geplaatst.
Toch bevredigde dat ook niet. Abonnees en redacteuren beseften dat er in de krant een plaats moet zijn waar lezers hun mening ten beste kunnen geven. De rubriek Opgemerkt heeft daarop een nieuwe start gemaakt. Daarbij zijn de regels nog eens duidelijk geformuleerd:
De brieven mogen niet langer zijn dan 300 woorden.
Ze moeten waardig van toon zijn.
De briefschrijver moeten ingaan op nieuws in de krant. Dat betekent dat reacties op brieven in de rubriek niet worden opgenomen. Anders gezegd: We plaatsen geen Opgemerkt op Opgemerkt.
In de brief moet een aspect aan de orde komen dat in de discussie nog niet aan de orde is geweest.
Er wordt gestreefd naar variatie in schrijvers. Voorkomen moet worden dat enkele lezers hun mening aan de abonnees kunnen opdringen door iedere week enkele brieven van hen te plaatsen.
En de redactie behoudt zich het recht voor om zonder voorafgaand overleg de brief in te korten, te bewerken of niet te plaatsen.
Dat komt geregeld voor, dat we brieven niet opnemen omdat ze niet voldoen aan een of meer van de genoemde criteria. Opvallend vaak moeten we brieven opzij leggen omdat het daarin mankeert aan de juiste toon. Briefschrijvers reageren dan uiterst fel of vallen iemand persoonlijk aan en nemen hem geestelijk de maat.
Triest is dat dit vooral gebeurt in brieven waarin theologische kwesties of kerkelijke verschillen aan de orde komen. Kennelijk is het juist op dit punt moeilijk elkaar te respecteren en te waarderen ondanks verschil van inzicht.
Dat betekent niet dat we uitsluitend brieven willen plaatsen waarin met mooie woorden gezalfd wordt en verschillen worden toegedekt. Schrijvers mogen best duidelijk stelling nemen, als ze de tegenstander maar in zijn waarde laten. Zoals Calvijn ooit zei: „Ik schrijf mijn tegenstanders soms scherpe brieven opdat ik ze mag winnen voor de Waarheid.” Die intentie is duidelijk een andere dan de tegenstander volledig weg- en afschrijven.
Het gaat om de toon die de muziek maakt. En ondanks selectie blijken er nog altijd dissonanten te zijn. Wij willen ons best doen u die valse tonen zo veel mogelijk te besparen zonder dat u daardoor het onjuiste beeld krijgt dat het binnen de lezerskring op alle punten koekoek één zang is.
Verschillen van inzicht en opvatting zijn er. Daar moet ruimte voor zijn. Opgemerkt geeft de lezer een kans om de abonnees een andere kijk op de zaak te geven. Maar dan wel op een waardige, volwassen manier.