Buitenland

Post Uit Kopenhagen: In Denemarken is iedereen aan zijn plekje gehecht

De zwierige lakei is in een jolige stemming, want zijn dienst aan het koninklijke hof zit er net op. Zijn keurige blonde kapsel steekt hel af tegen het nette, donkere tenue dat hij draagt.

Ad de Jong
1 January 2020 13:51Gewijzigd op 16 November 2020 17:51
Vlaggen in het Deense openbare leven. beeld Ad de Jong
Vlaggen in het Deense openbare leven. beeld Ad de Jong

De jongen vertrouwt me vervolgens lachend toe: „Wij Denen zijn best, maar niet zo toeschietelijk. En… pik vooral ons plekje niet in.”

Het herinnerde mij aan een lunchsituatie in mijn begintijd hier in dit landje. Als nieuwe collega nam ik eens als eerste plaats aan het midden van de grote lunchtafel. Vlak achter mij volgde een groepje collega’s. Ik verwachtte stilzwijgend dat ze wel naar me toe zouden toekomen en om mij heen zouden gaan zitten, als een soort nadere kennismaking. Maar in plaats daarvan namen ze plaats aan één van de tafeleinden. Op een afstandje bij me vandaan. Ondertussen observeerden ze mij met steelse blikken. Mompelend verontschuldigden ze zich dat het tafeleinde nu eenmaal hun eigen plekje was.

Dat die collega’s niet direct op mij afkwamen, was vooral ook een gebaar om mij de ruimte te geven en zelf mijn eigen plekje te vinden en te wennen aan de nieuwe situatie. Leerde ik achteraf. Denemarken is een stuk dunner bevolkt. Dat maakt Denen ook vrijblijvender en onverschilliger tegenover elkaar en anderen. Dit heeft als voordeel dat ik een enorme vrijheid ervaar. Maar het kan ook iets ongezelligs geven. Men zal bijvoorbeeld minder snel aan mij vragen waar ik ben geweest. Nederlanders leven dichter bij elkaar, waardoor ze wat hartelijker zijn en beter in de contacten met buren.

Ondanks die ruimte en vrijblijvendheid, koestert men sterk het eigen plekje en de identiteit. Vooral de taal. Nog niet zo lang geleden kreeg ik een mail met het vriendelijke verzoek een Deense versie van mijn persoonlijke website te maken. Verbaasd vroeg ik me af wie achter deze vraag zat. Dat bleek de politiek te zijn! Het was de wens van de Danske Folke Parti, die op dat moment gedoogsteun gaf aan de liberale regeringspartij Venstre. De Danske Folke Parti is een soort Deense PVV die het –met veel Denen– erg belangrijk vindt om het Deens als taal weer een grotere plaats te geven aan universiteiten en andere internationaal georiënteerde instellingen.

Mijn gebrekkige Deens was niet goed genoeg om zelf aan dit verzoek gehoor te geven. Ik heb dit toen eenvoudigweg opgelost door de Engelse tekst van de site door Google Translate te halen. Vervolgens heeft een secretaresse deze Deense vertaling nog eens op fouten nagekeken.

Mijn collega’s blijven in mijn bijzijn weleens onverstoorbaar in het Deens doorpraten. Men zal minder snel naar het Engels overschakelen, zodra er iemand aanwezig is die het Deens niet machtig is. Denen zijn trots op hun taal en identiteit. Dat uit zich ook in het behouden van de eigen munteenheid –de Deense kroon– en de aanwezigheid van nogal wat Deense vlaggen in het openbare leven. Deze koestering van de eigen taal en cultuur intrigeert mij. Ook al voel ik me op zo’n moment even een relatieve buitenstaander.

Die Deense trots is ergens wel te verklaren. De Denen vormen een vrij homogeen volkje met een beperkte koloniale geschiedenis en niet zoveel externe invloeden. Er is daardoor meer historisch gegroeide eigenheid en een naar binnen gekeerde houding. Nederlanders zijn vaak nogal onverschillig en achteloos over hun identiteit en cultureel erfgoed. Zo’n laconieke opstelling is voor Denen onbegrijpelijk.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer