Minister moet oordelen over openbaarheid oorlogsarchief
Of archieven met gegevens over oorlogsmisdaden eerder dan 2025 moeten worden opengesteld, is aan de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW) om te beslissen. Dat heeft de Raad van State (RvS) dinsdag bepaald.
De Stichting Onderzoek Oorlogsmisdaden wil inzage in het Centraal Archief Bijzondere Rechtspleging, dat ruim 300.000 dossiers bevat van Nederlanders die na de Tweede Wereldoorlog beschuldigd werden van oorlogsmisdaden of samenwerking met de Duitse bezetter. Wegens de privacy van nog levende personen van wie een dossier aanwezig is, wordt het archief pas openbaar op 1 januari 2025.
Maar de stichting wil nu al toegang tot het archief om de identiteit van nog levende oorlogsmisdadigers uit de Tweede Wereldoorlog te kunnen achterhalen en deze alsnog te laten opsporen en berechten. De Raad van State vindt dat dit verzoek door de archivaris moet worden doorgestuurd naar de minister van OCW. Die moet, in samenspraak met de minister van Justitie en Veiligheid, beslissen of het archief eerder dan 2025 openbaar wordt, aldus de RvS.
Journalist Arnold Karskens is de voorzitter van de stichting die inzage wil. Hij probeert al jarenlang informatie los te krijgen. Hij wil zaken van betrokkenen voorleggen aan het Openbaar Ministerie (OM), dat dan zou kunnen beslissen alsnog vervolging in te stellen.