Vaartocht langs oorlogsroutes verzet Biesbosch
De Biesbosch heeft in de Tweede Wereldoorlog een belangrijke rol gespeeld voor onderduikers en het verzet. Hoe deze mensen hun weg vonden in het moeilijk begaanbare watergebied, is te beleven tijdens vaartochten die tot eind mei 2020 worden georganiseerd door het Biesbosch MuseumEiland in Werkendam.
„Gelegen tussen de grote rivieren was de Biesbosch een soort van niemandsland. Vanaf eind 1944 hoorde de zuidkant van het gebied bij bevrijd Nederland, maar aan de noordkant boven de rivier de Amer was Nederland nog bezet. In die tijd hebben 21 zogenoemde line-crossers 370 levensgevaarlijke tochten gemaakt en zo mensenlevens gered”, aldus het museum, dat deze week de expositie Biesbosch 75 Jaar Bevrijd heeft geopend.
De Biesbosch, tegenwoordig een nationaal park, is een deltagebied op de grens van Noord-Brabant en Zuid-Holland met tal van eilandjes, grienden en slikken. „Het gebied was voor mensen die de Biesbosch niet kennen zo ondoordringbaar, dat de Duitse bezetters zich er niet waagden”, stellen de makers van de tentoonstelling. Om die reden was de Biesbosch geliefd bij honderden onderduikers en het verzet. Ook binnenvaartschippers legden er buiten het zicht van de bezetters aan.
Nadat Zuid-Nederland was bevrijd ontdekten de geallieerden al snel dat er via de Biesbosch een verbinding mogelijk was tussen bevrijd en bezet gebied. Verzetsmensen zorgen voor twee routes vanaf Werkendam en Sliedrecht, waarlangs mensen, goederen, medicijnen en informatie werden overgebracht. De koeriers moesten de tochten bij nacht in kano’s en andere onhoorbare bootjes afleggen. Een aantal line-crossers heeft na de oorlog de Militaire Willems-Orde gekregen voor hun prestatie.
Elke donderdag en zondag kunnen mensen instappen voor een vaartocht langs de voormalige sluiproutes. De tocht duurt ongeveer 2,5 uur. Bij extreem laagwater zijn afwijkingen mogelijk.