Economie

De melkveehouder: Werk maken van stikstofuitstoot

Lange smalle weilanden, brede sloten die tot aan de rand vol water staan, kronkelende weggetjes en knotwilgen: de Krimpenerwaard is een schoolvoorbeeld van een Hollands veenweidelandschap. Maar dat fraais heeft ook een andere kant, weten de melkveehouders die er wonen: veengrond die in contact komt met zuurstof, oxideert. Bij dit verteringsproces komen broeikasgassen vrij en ook stikstof (mineralisatie). Gras groeit van die stikstof. Vandaar dat zelfs in december de weilanden nog mooi groen zijn.

17 December 2019 15:55Gewijzigd op 25 November 2022 15:12
Jan Christiaan Anker. beeld RD, Anton Dommerholt
Jan Christiaan Anker. beeld RD, Anton Dommerholt

De mineralisatie is afhankelijk van het weer en de grondwaterstand en daardoor onvoorspelbaar. Dat maakt het lastig om via bemesting te ‘sturen’ op het eiwitgehalte in het gras (gras legt stikstof vast in eiwit) en daarmee op de verteerbaarheid van dat gras in de koeienmaag. Onverteerd eiwit poept de koe weer uit. Dat leidt tot vorming van ammoniakgas, dus stikstofuitstoot.

In de veenweiden hebben ruim honderd boeren drie jaar lang geprobeerd meer grip te krijgen op ammoniak. Tien pilotbedrijven trokken de kar bij dit project Proeftuin Veenweiden. Het resultaat mag er zijn: door slimmer te beweiden, te maaien en te bemesten wisten de boeren de uitstoot van ammoniak met gemiddeld 22 procent te verlagen.

Jan Christiaan Anker (36) uit Stolwijk is een van de tien voortrekkers. „Het steekt nauw wanneer wij mest uitrijden”, zegt hij. „Wettelijk mag dat tot eind augustus maar hier is het beter om er begin juli mee te stoppen, omdat dan de mineralisatie toeneemt.” Nadeel daarvan is dat de boer met zijn mestopslag bijna twee maanden extra moet overbruggen. „Gelukkig heb ik die ruimte. Toen we acht jaar geleden een nieuwe stal bouwden, hebben we daar een extra diepe mestkelder onder gemaakt. Daardoor kunnen wij onze overtollige mest opslaan tot de tijd in het jaar dat er vraag naar is”, zegt hij. Dat die ruimte nu ook van pas komt bij het terugdringen van de ammoniakuitstoot, was toen nog niet te voorzien.

Directe aanleiding voor het project Proeftuin Veenweiden was het van kracht worden van het Programma Aanpak Stikstof (PAS) in 2015. Onder het PAS mochten melkveehouders hun veestapel uitbreiden op voorwaarde dat de landelijke ammoniakuitstoot tot 2030 met 10 miljoen kilogram zou worden verminderd.

De Raad van State oordeelde eind mei echter dat zo’n voorschot op toekomstige milieuwinst botst met Europese regelgeving en stelde het PAS buiten werking. Duizenden bouwprojecten (ook woningbouw, industrie en infrastructuur profiteerden van het PAS) kwamen stil te liggen. Het kabinet werkt naarstig aan een oplossing, waaraan ook de veehouderij een bijdrage moet leveren.

Anker denkt dat de sector niet anders kan dan dit accepteren. „Het zal niet leuk zijn en het zal wat kosten ook. Maar als je door wilt met je bedrijf, moet je wel.”

De jonge boer, die 115 koeien melkt, vindt het intussen „niet eerlijk” om de agrarische sector de schuld te geven van het stikstofprobleem. „Wij zijn niet de enigen die stikstof uitstoten.”

Hij grijpt zijn telefoon en laat een WhatsAppberichtje zien dat onder boeren circuleert. De boodschap: de landbouw stoot 92 miljoen kilo stikstof uit maar de gewassen die de boeren verbouwen nemen 118,5 miljoen kilo stikstof op. „Dat is toch duidelijk genoeg?”

Terugdringing van de ammoniakuitstoot maakt het werk op de boerderij er niet simpeler op. Anker: „Minder eiwit in het gras is mooi, maar ik moet er wel op letten dat mijn koeien voldoende energie binnenkrijgen. En sommige dingen kosten ook geld. Als ik drijfmest aanleng met water, waardoor de vervluchtiging van ammoniak vermindert, doet de loonwerker langer over het uitrijden. Dat moet ik betalen.”

Toch zijn zulke innovaties onontkoombaar, vindt hij. „Als je straks ook nog boer wilt zijn, kun je niet blijven werken zoals je vader deed. Maar niet iedereen zal het kunnen opbrengen. De financiële resultaten in de melkveehouderij zijn gemiddeld genomen te laag. De melkprijs ligt op hetzelfde niveau als pakweg vijftien jaar geleden, terwijl allerlei kosten wel zijn toegenomen.”

Is het nog leuk om boer te zijn? „Ja”, zegt Anker zonder aarzeling. „Ik houd van het omgaan met de dieren, van buiten zijn, werken in en met de natuur, en van het ondernemerschap. Vrijheid? Ja dat ook nog, al komen er wel steeds meer regels.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer