Aanhanger al–Sadr waarschuwt Nederlandse militairen
Een vertegenwoordiger van de radicale sjiitische leider Muqtada al–Sadr in het Zuid–Iraakse as–Samawah waarschuwt de Nederlandse militairen in Irak dat zij op hun basis moeten blijven, als zij willen dat er een eind komt aan de beschietingen door milities.
Ghazi al–Zargani zei in een gesprek met het Japanse persbureau Kyodo dat de Nederlanders „niet naar centraal Samawah moeten gaan, moeten ophouden met het opsporen van leden van het Mahdi–leger en moeten zorgen dat vijf door de Iraakse politie gearresteerde leden van de militie vrijkomen".
Ministere Bot van Buitenlandse Zaken deed de uitspraken van al–Zargani af als „absolute onzin. Wij zijn daar om een taak uit te voeren, om de regio te stabiliseren en te helpen bij het houden van de verkiezingen. Daar gaan we gewoon mee door," aldus Bot.
Hij voegde daar nog aan toe dat ook de Japanners rekenen op de steun van Nederland. Het Japanse detachement in al Muthanna heeft 1,5 miljard dollar op zak om uit te geven aan de wederopbouw van deze provincie. Voor hun veiligheid rekenen zij ook op de aanwezigheid van de Nederlandse militairen in het gebied.
Al–Zargani sprak met Kyodo vooral over de Japanse militairen in Irak. Hij zei dat die het doelwit van aanslagen door aanhangers van al–Sadr kunnen worden, als zij samenwerken met de door de Verenigde Staten geleide bezettingsmacht. Hij zei verder te hopen dat de Japanners, die voor hulpverleningswerkzaamheden in Irak zijn, meer gaan doen dan nu. „Wij hebben hulp nodig voor de wederopbouw. Maar geen simpele projecten als het schilderen van een muur of de renovatie van een smalle weg, wat elk land kan doen, maar grote projecten."
Hij ontkende dat de aanvallen van de afgelopen tijd bij de Japanse basis in as–Samawah het werk waren van het Mahdi–leger. „Misschien hebben leden van de voormalige Baath–partij het gedaan onder de naam van het Mahdi–leger." Wat de aanvallen op de Nederlanders in het gebied betreft ontkende al–Zargani niet catagorisch dat de militie van al–Sadr erbij betrokken was. Hij benadrukte dat wat de Japanners daar doen „verschilt van wat de Nederlandse troepen doen".