Ze zijn met z’n vieren in een Audi gevlucht die vervolgens 3 kilometer noordelijker in een ondergrondse parkeergarage in brand is gestoken. Twintig rechercheurs zijn op de zaak gezet. Aanvankelijk spraken de autoriteiten van twee inbrekers.

De dieven drongen maandagmorgen door een raam de schatkamer binnen en sloegen een vitrine aan diggelen. Ze namen de benen met een waardevolle collectie juwelen. Maar de chef van de schatkamer die het Groene Gewelf heet, Dirk Syndram, zei tegen de media dat de overvallers slechts een beperkt deel van de verzameling meenamen. Dat maakt Syndram naar eigen zeggen „niet gelukkig, maar de vitrines zijn niet leeg”.

Er is veel waardevols blijven liggen, mogelijk omdat beveiligers onmiddellijk het licht uitdeden, toen er een alarm afging. Directeur Marion Ackerman van de kunstverzamelingen van deelstaat Saksen, meent dat mogelijk omdat het zo donker werd, de daders een heleboel over het hoofd hebben gezien. In de vernielde vitrine lagen bijna honderd objecten uitgestald. Het is nog niet duidelijk hoeveel objecten precies de dieven hebben gestolen.

De politie heeft nog geen idee waar de daders gezocht moeten worden. Ook is het vraag hoe het mogelijk is dat de inbrekers niet zijn opgemerkt door voorbijgangers of beveiligers. De dieven moesten tralies voor het raam verwijderen voor ze naar binnen konden.

De leider van het rechercheteam, Olaf Richter, gaat onder meer collega’s in Berlijn raadplegen over de roof van een waardevolle gouden munt die 100 kilo weegt uit het kunstmuseum Bode in 2017. Ook daar drongen de dieven relatief eenvoudig het museum binnen, liepen door zalen en gangen en sloegen een gepantserde vitrine kennelijk met gemak kapot voor ze weer verdwenen. In de zaak zijn na een lang onderzoek vier verdachten aangehouden, onder wie drie jonge leden van dezelfde familie. Het goud is nooit teruggevonden.