Engels ongekend populair onder Chinezen
De Engelse taal is aan enorme opmars bezig in China. Volgens het Chinese persbureau Xinhua is de taal nog nooit zo populair geweest in het land met 1,3 miljard inwoners. Verscheidene Engelse woorden zijn al gemeengoed en in verscheidene steden zijn al tweetalige of zelfs volledig Engelssprekende kleuterscholen. De volgens sommige media ’Engelse revolutie’ is volgens enkele wetenschappers al zo invloedrijk dat ze de Chinese talen ondermijnt.
De Singaporese krant The Straits Times besteedt dezer dagen verscheidene artikelen aan de groeiende populariteit van het Engels in China en in andere delen van Azië. De Engelse taal is steeds vaker te lezen en te horen in de media, in de muziekcultuur en zelfs al in officiële Chinese overheidsstukken.
De volksrepubliek China ontwikkelt zich in een zeer rap tempo tot een steeds grotere economische wereldmacht. Veel economen denken dat China kort na 2015 alleen nog de Verenigde Staten boven zich heeft als grootste economie. De economische ontwikkeling, de toetreding tot de wereldhandelsorganisatie, het bevorderen van buitenlandse investeringen en zelfs de komst van de Olympische Spelen naar Peking in 2008 spelen allemaal een rol bij de wens van steeds meer, vooral jonge Chinezen om Engels te leren.
De Chinese overheid stimuleert de kennis van het Engels ook. Sinds de jaren negentig wordt er al Engelse gedoceerd op lagere scholen en in het hoger onderwijs is een voldoende voor Engels een vereiste om te kunnen afstuderen, ongeacht de studierichting. Overigens heeft de staat in 2001 wel wettelijk vastgelegd dat de Chinese standaardtaal (Mandarijn) de officiële landstaal is.
Een woordvoerder van Chinese ministerie van Onderwijs erkent in The Straits Times dat de Chinese talen en dialecten in toenemende mate het veld dreigen te ruimen voor het Engels. „Het probleem is steeds zichtbaarder, maar ik denk niet er werkelijk sprake is van een bedreiging", vindt hij.
Hoogleraar Zhu Luzi van de universiteit van Tianjin vreest op zijn beurt het ergste. Hij vindt „de invasie van buitenlandse talen krachtiger dan die met wapens". Hij voorziet een culturele verarming. Enkele van zijn collega’s vinden dat doemdenken. Zij wijzen erop dat nu al steeds meer ouders hun kinderen naar cursussen traditionele Chinese cultuur en literatuur sturen als tegenreactie op de ’Engelse rage’.