Bosniërs eisen opheldering over lot vermisten
Ongeveer vierhonderd Bosniërs zijn maandag in Sarajevo de straat op gegaan om opheldering te eisen over het lot van de duizenden mensen die sinds de oorlog van 1992/95 nog steeds worden vermist.
De betogers – voor het merendeel Bosnische moslims – legden voor een regeringsgebouw plastic zakken neer van het type dat gebruikt wordt om skeletten uit massagraven op te bergen. Ook eisten zij de arrestatie van voortvluchtige verdachten van oorlogsmisdaden als Karadzic en Mladic.
Volgens het Rode Kruis worden in Bosnië nog steeds 16.000 mensen vermist die in de oorlog zijn verdwenen. Vierduizend opgegraven lijken moeten nog een DNA–test ondergaan om geïdentificeerd te worden.
De Internationale Commissie voor Vermiste Personen (ICMP) op haar beurt schat dat er 25.000 mensen zijn van wie sinds de oorlog niets meer is vernomen. De ICMP is een onafhankelijke, intergouvernementele organisatie die na de G–7–top in Lyon in 1996 is opgericht. Oud–premier Kok, die aftrad na onderzoek naar de Srebrenica–tragedie, is een van de vijf commissarissen van de ICMP.
Maandag is de Internationale Dag van de Vermisten.