Theologenblog: In naam van het land
Komen christelijke boeren nooit zover dat ”ertussenuit stappen” de enige mogelijkheid lijkt? Dat kan ook onder hen gebeuren. Dat de dorens en distels soms te sterk zijn, is de schuld van ons allemaal.
„In Frankrijk maakt gemiddeld elke dag een boer een einde aan zijn leven.” Die zin priemt de kijkers in de ogen aan het einde van de film ”Au nom de la terre” (”In naam van het land”). De film, die dit jaar is uitgekomen, gaat over het leven van een boerengezin in het Franse departement Mayenne.
Een boerenzoon trouwt en neemt de boerderij van zijn vader over. Eerst lacht het geluk hem toe. In de loop van de tijd komt hij steeds meer onder spanning te staan. Hij moet immense investeringen doen, die niet voldoende winstgevend blijken te zijn. Tot overmaat van ramp brandt een van de gebouwen af. De boer raakt verslaafd, wordt opgenomen en komt weer thuis. Zijn vrouw en zijn kinderen vangen hem op met hartverscheurende liefde. Het helpt niet: net als de kijker hoopt dat het beter zal gaan, sterft de boer, door het innemen van landbouwgif.
De film brengt de grote dilemma’s waar agrariërs in Frankrijk en Nederland voor staan heel herkenbaar in beeld. Als je niet tot armoede wilt vervallen en je bedrijf niet wilt verkopen, moet je steeds groter worden. Je moet beslissingen nemen die je niet kunt overzien. Als je een fout maakt, ga je failliet. Dat is de keerzijde van de enorme vooruitgang en schaalvergroting in de landbouw. Bij elk succes hoort kennelijk een nieuwe bedreiging. In Frankrijk hangt boeren in verschillende dorpen nu een verbod op het gebruik van bestrijdingsmiddelen boven het hoofd. In Nederland speelt de stikstofproblematiek. Telkens als je als boer denkt de dorens en distels uitgeroeid te hebben, schieten ze weer op, in een nieuwe gedaante.
Boerenfamilies herkennen hun eigen leven in de film. Die raakt hen diep. Christenen onder hen valt op dat de film van anderhalf uur maar één verwijzing naar het christelijk geloof bevat. Dat is het crucifix op het graf van de boer.
Nu kun je in een Franse film helaas niet anders verwachten. Het roept wel de vraag op wat voor verschil het geloof kan maken. Sluit het zakelijke mislukkingen uit? Zeker niet. Komen christelijke boeren nooit zover dat ”ertussenuit stappen” de enige mogelijkheid lijkt? Dat kan ook onder hen gebeuren.
Wat is het verschil dan wel? In de eerste plaats dat je als christen mag weten dat falen in je bedrijf nog niet betekent dat je persoonlijk mislukt bent. Dat de dorens en distels soms te sterk zijn, is de schuld van ons allemaal. En zelfs als je de ondergang van je bedrijf aan jezelf te wijten hebt, bijvoorbeeld doordat je te eigenwijs was, dan nog mag je die last van je schouders laten glijden. Christus neemt ook die schuld van je af.
In de tweede plaats is het voor een geboren boer een heel hard gelag als hij zijn land achter moet laten. Maar als het echt moet, kan God het onmogelijke mogelijk maken. De Bijbel laat zien dat de Israëlieten verknocht waren aan hun land. Lees bijvoorbeeld Psalm 37. Toch wisten ze dat Gods goedheid het beste van alles is, zelfs beter dan het leven (Psalm 63:4).
Het leven op je eigen land is een prachtig geschenk, maar de liefde van de Gever is het allermooist. Als je dat gelooft, ontvang je kracht om een geschenk, zoals je land, los te laten, als Hij dat van je vraagt. Je vindt hulp in zijn naam. In die naam ontving je eveneens de belofte van een beter land, zonder dorens en distels.
De auteur is hoogleraar Oude Testament aan de Theologische Universiteit Kampen en de Faculté Jean Calvin in Aix-en-Provence. Hij schrijft dit blog als lid van de gezamenlijke onderzoeksgroep BEST (Biblical Exegesis and Systematic Theology) van de Theologische Universiteiten in Apeldoorn en Kampen.