Op de resten van de Toepolev-134, het toestel dat op weg was naar Volgograd, werden zaterdag net als in het wrak van het andere ramptoestel, sporen van het explosief hexogeen aangetroffen. Daarmee lijkt vrijwel onomstotelijk vast te staan dat beide toestellen als gevolg van een aanslag zijn neergestort. De Russische autoriteiten verklaarden zaterdag nog steeds de achtergrond te onderzoeken van twee vrouwelijke passagieren met Tsjetsjeens klinkende achternamen die ieder voor een van de vluchten een ticket hadden geboekt en voor wie zich nog geen familieleden hebben gemeld.

De Russische krant Izvestia citeerde zaterdag een Tsjetsjeense dorpshoofd, Dogman Achmadov, die verklaarde een van de vrouwen te kennen. Hij zei dat haar broer drie of vier jaar geleden was verdwenen en wellicht door Russische militairen was ontvoerd en vermoord. De afgelopen jaren zijn verschillende zelfmoordaanslagen in Rusland gepleegd door weduwen of zusters van omgekomen of verdwenen Tsjetsjeense mannen, die zo wraak willen nemen voor de dood van hun geliefden of familieleden.

De Russische president Vladimir Poetin heeft nog geen publieke uitspraken gedaan over de crashes van de vliegtuigen en het is niet duidelijk of hij al heeft erkend dat het om aanslagen gaat. Een woordvoerder van de FSB zei wel dat Poetin de dienst opdracht heeft gegeven te onderzoeken hoe terreuraanslagen op vliegtuigen in Rusland voorkomen kunnen worden. „Internationale kennis op het gebied van de bestrijding van terrorisme in de luchtvaart wordt nagegaan, waaronder voorstellen om het Israëlische systeem in te voeren, dat tot op heden wordt beschouwd als het effectiefste ter wereld”, zei FSB-woordvoerder Sergej Ignatsjenko tegen journalisten. De Russische minister van Transport, Igor Levitin, kondigde vast aan dat luchthavenmedewerkers bij het screenen van vliegtuigpassagiers en bagage voortaan zullen worden bijgestaan door politieagenten.