CGK gaan zich bezinnen op ambten
De Christelijke Gereformeerde Kerken (CGK) gaan zich bezinnen op de ambten.
De generale synode van de CGK besloot dinsdag in Nunspeet een adviescommissie ambtsstructuur in te stellen. Die gaat, zo mogelijk binnen de zittingstermijn van de landelijke vergadering, doordenken hoe een gereformeerde ambtsleer in de huidige tijd vormgegeven kan worden. De commissie neemt zo nodig kennis van „posities van binnen- en buitenlandse zusterkerken.”
De synode behandelde een rapport van de commissie ambten. Omdat er binnen de CGK veel vragen rond de ambten leven, stelde de commissie voor de huidige ambtsstructuur „grondig” te onderzoeken. Zo moet er worden gekeken naar de positie van de predikant en de evangelist, het uitspreken van de zegen door niet-predikanten, de bediening van de sacramenten en de uitvoering van andere kerkelijke handelingen door niet-predikanten.
De CGK gaan ook kijken of het ambt van (hoog)leraar kan worden geschrapt. Het kerkverband kent –in de lijn van de zestiende-eeuwse kerkhervormer Johannes Calvijn– naast de ambten van ouderling, predikant en diaken het ambt van (hoog)leraar. Het college van bestuur van de Theologische Universiteit Apeldoorn (TUA) vindt echter dat dit vierde ambt „wringt” en „allerlei complicaties” met zich meebrengt, „niet alleen van kerkrechtelijke maar ook van juridische aard.” Zo speelt onder meer het onderscheid tussen kerkelijke- en niet-kerkelijke docenten aan de TUA.
Reuzeklus
Tijdens de bespreking van het commissierapport vroeg ds. H. Polinder (Urk-Maranatha) naar de positie van vrouwelijke evangelisten, waarover het rapport van de commissie spreekt.
Rapporteur ds. N. C. Smits (Purmerend): „Is een evangelist een ambtsdrager? Dat is ons niet duidelijk en daarom moet dat een onderdeel vormen van een brede bezinning op de ambten.”
Adviseur prof. dr. H. G. L. Peels noemde het doordenken van de ambtsstructuur een „reuzeklus.” Hij vroeg zich af of de CGK dat alleen gaan redden. „Is het niet verstandig dat de studiecommissie over de kerkgrenzen heen kijkt, in het bijzonder naar onze zusterkerken?” Die zouden ook kunnen participeren in de bezinning.
De problematiek rond de vrouw in het ambt is niet eenvoudig, zo refereerde synodeadviseur prof. dr. A. Baars aan de langdurige besprekingen over vrouwelijke ambtsdragers in de Nederlandse Hervormde Kerk in de jaren zestig en zeventig en naar de discussie over het boek ”Gedachten over het ambt” van prof. C. Graafland eind jaren negentig. „Het zijn indicaties dat de problematiek lastig is.”
Vrouw en ambt
Zowel de particuliere synode van het Oosten als van het Westen hebben een instructie ingediend inzake vrouw en ambt. De aanleiding in de particuliere synode van het Oosten was het besluit van de samenwerkingsgemeente in Arnhem om de ambten open te stellen voor vrouwelijke kerkleden. De classis Apeldoorn wilde de gemeente in Arnhem aanvankelijk die ruimte bieden, maar moest daar later op terugkomen. De classis besloot daarop gezien het belang van de zaak twee instructies in te dienen. Deze zijn door de particuliere synode van het Oosten verwerkt tot een eigen instructie.
De generale synode besloot een commissie op te dragen onderzoek te doen zoals dat in de instructies van beide particuliere synodes wordt gevraagd.
Tijdelijk werk
De synode bood de mogelijkheid om predikanten die onder de verantwoording van deputaten voortijdige ambtsbeëindiging vallen, tijdelijk in een gemeente te laten werken. Dat kan door middel van het geven van een „overeenkomst van opdracht.” Een dergelijke overeenkomst van opdracht kan alleen ingaan nadat er een consultatie van de gemeente heeft plaatsgevonden. Eventuele goedkeuring moet worden voorgelegd aan de classis waaronder de gemeente valt.
Studiefonds
De synode continueerde het werk van het studiefonds, bedoeld voor studenten aan de Theologische Universiteit Apeldoorn die financiële steun nodig hebben. De laatste vier jaar maken gemiddeld twee nieuwe studenten gebruik van het fonds. Voor de jaren 2020-2022 gaan deputaten uit van een instroom van één à twee studenten per jaar.
Berichtgeving in pers
Enkele synodeleden hadden moeite met het feit dat zij over de onderwerpen van de synode eerst in de pers lazen en pas later de stukken zelf gingen bestuderen. Het moderamen zet namelijk de stukken voor de synode een week voor de zittingen online. Moderamenlid ds. S. P. Roosendaal (Lelystad) erkende dat deze procedure zijn voor en tegens heeft. „De lijn van het moderamen is dat we meer openheid wil betrachten, gericht op goede informatievoorziening. Maar je kunt ook eerst de rapporten lezen en zo lang de krant dicht laten.”