Minderheden in India niet gerust na vonnis over hindoetempel
De hoogste rechter in India heeft gesproken. In Ayodhya mag op de plek van een moskee een hindoetempel komen. Minderheden houden hun hart vast: India lijkt weer een stap dichter bij het ontstaan van een exclusieve hindoestaat.
Zaterdag deed het Indiase hooggerechtshof de langverwachte uitspraak. De bouw van de Ayodhya Ramtempel mag doorgaan. De hindoetempel komt op de plek waar in 1992 een hindoenationalistische menigte de 16e eeuwse Babri-moskee vernietigde. Veel hindoes geloven dat god Ram op exact deze plek is geboren. Bij rellen die volgden, werden tweeduizend mensen vermoord, veelal moslims.
De bouw van de Ramtempel was een verkiezingsbelofte van de hindoenationalistische regering Bharatiya Janata Partij (BJP). En een diepgewortelde wens van de RSS. Deze organisatie is nauw verbonden aan de BJP en streeft naar een hindoestaat. Volgens de RSS-doctrine zijn Indiase moslims en christenen eigenlijk hindoes. Hun bekering is een ongewenste nalatenschap van buitenlandse overheersingen. De bouw van de tempel op de plek van de Babri-moskee wordt gezien als een correctie op deze geschiedenis.
Betwiste grond
De vijf rechters bepaalden dat de betwiste grond in handen komt van een hindoeïstische stichting. De stichting wordt beheerd door de huidige regering en zal de bouw organiseren. De moslimpartijen krijgen twee hectare land om elders in Ayodhya een nieuwe moskee te bouwen.
Zafaryab Jilani, advocaat van de betrokken moslimorganisatie, stelde zaterdag dat zijn cliënten teleurgesteld zijn. Ze bekijken mogelijkheden voor herziening van het vonnis. Ook Khalid Khan, een van de moslimparticipanten, kan zich niet bij de uitspraak neerleggen. „Het hooggerechtshof stelde dat er voor de bouw van de Babri-moskee geen tempel was vernietigd, zoals de hindoes in deze zaak beweerden. En dat de vernietiging van de moskee illegaal is. Waarom hebben de hindoes vervolgens het recht om er een tempel te bouwen?”, vroeg Khan zich af. „Ons is al veel onrecht aangedaan. Beloftes zijn keer op keer gebroken. De rechters hebben hun oor laten hangen naar de huidige overheid.”
In de aanloop naar de uitspraak riep de BJP haar achterban op een positieve uitkomst niet te uitbundig te vieren. De staat Uttar Pradesh, waar Ayodhya ligt, sloot alle scholen en zette 12.000 agenten en 4.000 militairen in om rellen te voorkomen. Zeker 16.000 vrijwilligers hielden sociale media in de gaten. In gebieden in Delhi en in enkele steden in Rajasthan waar regelmatig spanningen tussen moslims en hindoes zijn, was internet enige tijd afgesloten en waren autoriteiten in verhoogde paraatheid. Ernstige rellen zijn uitgebleven.
Tweederangs
Critici stellen dat de uitspraak een bevestiging is van een hindoeïstische meerderheidspolitiek. Ze vrezen dat de huidige regering het seculiere karakter van India, zoals in de grondwet is vastgelegd, wil ontmantelen ten gunste van een religieuze hindoestaat, waarin minderheden tweederangs burger zijn. Zo is er in de staat Assam een volkstelling om vast te stellen wie er wel en niet legaal in India verblijft. Bijna 2 miljoen mensen bleken hun staatsburgerschap niet te kunnen aantonen. Vooral voor arme mensen, veelal moslims, blijkt het moeilijk om de juiste papieren te tonen. BJP-minister Amit Shah verklaarde dat hindoes, christenen, sikh en boeddhisten zich geen zorgen hoeven te maken. Moslims noemde hij niet.
De meeste moslims hopen dat de uitspraak tot vrede leidt. „Wij accepteren de uitspraak”, zegt Iqrar Ahmed. Hij woont in een moslimwijk in de Rajasthaanse stad Bikaner. „We zijn blij dat de zaak klaar is en hopen dat we definitief bevrijd zijn van de spanningen rond Ayodhya.”