Sommige ‘Ossie’-merken overleefden val Muur
Dertig jaar na de val van de Muur in Berlijn staan enkele voormalige Oost-Duitse consumentenmerken nog recht overeind. Hoewel de DDR niet bekendstond om zijn innovatieve fabrieken en wereldmerken, hebben toch enkele bedrijven - van bakproducten tot mosterd, cola en wijn - de sanering van de Oost-Duitse industrie overleefd.
Zo is het bakmeel van Kathi, in 1951 gegrondvest door Käthe en Kurt Thiele in Halle, uitgegroeid tot het op één na populairste merk, na bakgigant Dr. Oetker. Het bedrijf werd in 1991 na de val van de Muur teruggekocht door de familie en succesvol uitgebouwd. Kathi zet nu jaarlijks 28,5 miljoen euro om.
Verder heeft ook Vita Cola, een lokale imitatie van Coca-Cola die sinds 1958 in de deelstaat Thüringen wordt geproduceerd, een grote populariteit verworven. Van Vita Cola werd vorig jaar 89 miljoen liter op de Duitse markt gebracht, waarmee het de meest gedronken cola van eigen bodem is.
Daarnaast is Rotkäppchen, een belletjeswijn die de Duitsers als Sekt kennen en afkomstig is uit Freyburg (bij Leipzig), zeer geliefd en succesvol. Het merk zette vorig jaar 660 miljoen euro om en beheerst meer dan de helft van de markt voor het betaalbare alternatief voor champagne.
Verder zijn ook wasmiddel Spee en mosterd van Bautz’ner succesnummers. Het bekendste Oost-Duitse merk - automaker Trabant - heeft de omschakeling van communisme naar kapitalisme niet overleefd. Twee jaar na de val van de Muur werd de productie in Zwickau stilgelegd.