Rutte in het hol van de leeuw
Premier Rutte en een aantal VVD-Kamerleden beleefden woensdag een avond vol kritische vragen in het Overijsselse Vinkenbuurt, waar ze in discussie gingen met zo’n vierhonderd mensen over de stikstofcrisis.
De discussieavond vond plaats op een boerenbedrijf, in een hal naast een stal vol koeien. De meeste vragen kwamen van bezorgde boeren.
Is er nog wel toekomst voor het boerenbedrijf in Nederland? vroegen aanwezigen. Kunnen mensen hun bedrijf nog wel doorgeven aan de volgende generatie? En zijn de stikstofmetingen van het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) wel te vertrouwen?
Er klonk veel kritiek op de aanpak van het kabinet. Rutte zei deze kritiek te begrijpen, en benadrukte dat de stikstofcrisis wat hem betreft niet de schuld van de boeren is. „Maar we hebben jullie wel nodig voor de oplossing”, zei hij herhaaldelijk.
Verhuizen
De eerste prioriteit is nu om de stilgevallen bouwprojecten in Nederland uit het slop te trekken, aldus Rutte. Daarvoor kan het nodig zijn dat een boerenbedrijf verhuist, als dat bijvoorbeeld dicht bij een natuurgebied ligt. Daarvoor is ook veel geld beschikbaar, verzekerde de premier.
Maar de aanwezigen leken er niet gerust op, en ze staken hun ergernis soms niet onder stoelen of banken.
Veel boeren vinden dat zij de afgelopen jaren al genoeg gedaan hebben om de stikstofuitstoot terug te dringen en natuurgebieden te beschermen. „Elk kevertje, elk plantje, elk vlindertje, moeten wij daarvoor boeten?”, vroeg een boze boer aan de premier.
Ook klonk er felle kritiek op minister van Landbouw Carola Schouten. Zij is niet in staat regie te voeren, klaagde een van de boeren. „Linkse ambtenaren zwaaien de scepter op haar ministerie.” Toen Rutte het voor zijn landbouwminister opnam, klonk er luid boegeroep.
Hogere uitstoot
Op verzoek van een wetenschappelijke adviescommissie van het ministerie van Landbouw heeft statistiekbureau CBS onderzocht hoeveel stikstof er vrijkomt uit stallen met koeien, varkens en kippen.
Het blijkt dat vooral in emissiearme stallen minder stikstof in opgeslagen mest achterblijft, dan modelberekeningen voorspellen. Dat betekent dat meer stikstof naar de lucht ontsnapt, in de vorm van ammoniak en andere gassen. Bij melkkoeien ligt de uitstoot zelfs drie keer zo hoog.
Deze stallen zijn uitgerust met technische voorzieningen zoals emissiearme vloeren en luchtwassers, die stikstofuitstoot moeten tegengaan. Het CBS veronderstelt dat die minder goed werken dan verwacht. Boeren hebben er juist fors in geïnvesteerd.
Ammoniak uit de veehouderij is de grootste bron van stikstofuitstoot in Nederland. Als technische maatregelen te weinig soelaas blijken te bieden tegen de stikstofuitstoot, komt een inkrimping van de veestapel steeds nadrukkelijker in beeld. Die ingreep is politiek uiterst omstreden.