Binnenland

Opnieuw zeven jaar geëist in omstreden drugszaak

Tegen R. de B. uit Hoofddorp is vrijdag voor het gerechtshof in Leeuwarden opnieuw zeven jaar celstraf geëist, omdat hij betrokken zou zijn geweest bij de productie van 500 kilogram amfetamine. De rechtbank in Assen had De B. vier jaar geleden al tot zeven jaar cel veroordeeld.

ANP
27 August 2004 13:23Gewijzigd op 14 November 2020 01:34

De zaak sleept inmiddels al zes jaar voort. De verdachte ontkent nog steeds alle betrokkenheid. De advocaat van de verdachte, mr. L. van Kleef, noemde het proces vrijdag, op de achtste zittingsdag, ’een zooitje’. De zaak spitst zich toe op banden met volgens justitie het meest belastende bewijs die door onduidelijke oorzaak niet meer af te luisteren waren.

De politie kwam de organisatie waar De B. bij betrokken zou zijn op het spoor toen op 14 januari 1998 een pand in het Drentse Frederiksoord onder verdachte omstandigheden afbrandde. De brand bleek aangestoken om de sporen van een drugslaboratorium uit te wissen. De organisatie bleek ook een laboratorium in Ruurlo te hebben.

Het staat niet vast dat van de amfetamine ooit pillen zijn gemaakt. Volgens het Openbaar Ministerie (OM) konden van de 500 kilo amfetamine zeventien miljoen pillen worden gedraaid met een straatwaarde van ruim 7,6 miljoen euro. De amfetamine zou zijn geproduceerd in de twee laboratoria.

Belangrijke bewijsstukken in de rechtszaak zijn banden met afgeluisterde telefoongesprekken. De politie in Drenthe luisterde maandenlang gesprekken tussen De B. en zijn vermeende kompanen af. De banden met het meest belastende bewijs waren door onbekende oorzaak niet meer af te luisteren. De politie had wel kort nadat de opnames werden gemaakt de gesprekken uitgeschreven. Het Nederlands Forensisch Instituut (NFI) heeft acht van de vijftien ’kapotte’ banden alsnog afluisterbaar gemaakt.

De verdachte geeft toe dat hij degene is die op de band staat. Voor het OM is dit het bewijs dat De B. de uitgeschreven telefoongesprekken heeft gevoerd. Advocaat Van Kleef stelt dat uit de inhoud van de gespreken niet blijkt dat zijn cliënt het over een laboratorium heeft. „Laat staan dat hij leider is van de organisatie", aldus Van Kleef. Hij pleit dan ook voor vrijspraak.

De B. vindt dat hij het slachtoffer is van rancune bij het OM. Hoofdverdachte Harry van D. werd vrijgesproken door blunders van justitie. Drie andere personen zijn in deze zaak wel veroordeeld tot lange celstraffen.

De uitspraak volgt op 10 september.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer