Al-Sadr aanvaardt vredesplan
Op enkele incidenten na zwegen vrijdag voor het eerst sinds weken de geweren in de Iraakse stad Najaf, waar de radicale sjiitische leider Muqtada al-Sadr de dag daarvoor een vredesplan aanvaardde dat grootayatollah Ali al-Sistani hem had voorgelegd.
Duizenden mensen trokken naar de Imam Ali-moskee, waar het geweld van de afgelopen weken tussen de strijders van Al-Sadr en het Amerikaanse en het Iraakse leger zich voor het grootste deel afspeelde. Iedereen die het terrein van de moskee wilde betreden werd door de politie gecontroleerd op wapens. Al-Sadr gaf zijn strijders vrijdag opdracht hun wapens neer te leggen en Najaf en het naburige Kufa te verlaten.
In één wijk deed zich nog een korte schotenwisseling voor tussen de politie en opstandelingen en Amerikaanse soldaten werden in een enkel geval beschoten door sluipschutters, maar dat was voordat Al-Sadr zijn strijders opdracht gaf te vertrekken. In het grootste deel van de stad was het rustig.
Niet lang nadat Al-Sadr het plan van Al-Sistani had geaccepteerd deed ook de Iraakse interim-regering dit. De 75-jarige Al-Sistani, die een enorm aanzien geniet onder de Iraakse sjiieten, trok donderdag voor een vredesmissie naar Najaf, na een dag eerder te zijn teruggekeerd uit Londen, waar hij een operatie had ondergaan.
De bemiddelingspoging van Al-Sistani werd overschaduwd door enkele bloedige aanslagen. In Najaf stierven zeker tien aanhangers van de grootayatollah, nadat onbekenden het vuur hadden geopend op agenten die de menigte in bedwang probeerden te houden. Donderdag eerder op de dag kostte geweld in het naburige Kufa aan ruim zeventig personen het leven.
Al-Sistani heeft geweld als middel om een eind te maken aan de bezetting van Irak van meet af aan verworpen, zonder daarbij naar de pijpen van de Amerikanen te dansen. Deze opstelling spreekt de meeste Irakezen, en niet alleen de sjiitische meerderheid, aan. Al-Sadr geniet overwegend steun onder arme, gedesillusioneerde sjiieten, maar is naar de smaak van het grootste deel van de bevolking veel te radicaal.
Of de crisis in Najaf werkelijk voorbij is moet worden afgewacht, al heeft Al-Sadr zijn strijders gelast hun wapens in te leveren en te vertrekken. Al-Sadr, wiens militie eerder dit jaar ook al ruim twee maanden strijd voerde met het Amerikaanse leger, heeft al eerder vredesvoorstellen aanvaard zonder dat daarmee een eind kwam aan het geweld. Minister Qassim Dawoud toonde zich donderdag echter optimistisch toen hij de aanvaarding van het plan door de regering bekendmaakte. Hij zei dat de regering niet zal proberen Al-Sadr, die wordt gezocht in verband met de vorig jaar gepleegde moord op een van zijn tegenstanders, te arresteren.
Najaf en Kufa moeten op grond van het vijf punten tellende vredesplan ”wapenvrije steden” worden. Ook moeten alle buitenlandse troepen uit Najaf vertrekken en moet de politie de orde in de stad gaan handhaven. De regering moet personen die gewond zijn geraakt in de strijd een schadevergoeding uitkeren en er moet een volkstelling worden gehouden ter voorbereiding op de in januari in Irak te houden verkiezingen. Het was niet direct duidelijk of de VS bereid zijn hun troepen uit Najaf terug te trekken. Volgens het Amerikaanse ministerie van Buitenlandse Zaken zijn de bepalingen van het akkoord niet duidelijk.
„Onze troepen respecteren het staakt-het-vuren dat door premier Allawi is uitgeroepen en we wachten af wat de inspanningen van de Iraakse regering om de orde en het gezag van de staat in Najaf te herstellen opleveren”, zei woordvoerster Darla Jordan van het ministerie. Dawoud zei dat de Amerikaanse troepen uit Najaf zullen vertrekken zodra premier Iyad Allawi daartoe opdracht geeft.