Mosselvisserij tijdelijk verder aan banden
Minister Veerman van Landbouw heeft tijdelijk verder paal en perk gesteld aan de mosselvisserij in de Waddenzee. Komend najaar mogen de vissers het mosselzaad alleen opvissen op die plekken waar de kans groot is dat het zaad bij hevige wind verloren gaat.
In een interim–beleid voor de mosselzaadvisserij, dat de minister deze week naar de Tweede Kamer heeft gestuurd, bepaalt Veerman verder dat alleen het zaad dat constant onder water ligt, mag worden opgevist. Deze tijdelijke regels zijn nodig omdat het oude schelpdiervisserijbeleid, op grond waarvan de vergunningen werden gegeven, is verlopen. Het nieuwe beleid wordt pas komend najaar bepaald en vastgesteld.
Om genoeg voedsel voor de vogels in het Waddengebied te houden bepaalde de minister eerder dit jaar voor de voorjaarsvergunningen dat ten minste 90 procent van het opgeviste mosselzaad in de Waddenzee zelf uitgezaaid moest worden.
De komende tijd wordt de hoeveelheid mosselzaad in de Waddenzee in kaart gebracht. Een ’expertgroep’ bekijkt vervolgens welk deel daarvan in de stormgevoelige of „instabiele" delen ligt. Op grond van die resultaten zal de minister de visvergunningen uitgeven. Volgens een woordvoerster van het ministerie en H. van Geesbergen, woordvoerder van de schelpdiervisserijkoepel Stichting ODUS, zal dan duidelijk worden welke consequenties de tijdelijke regels in de praktijk hebben.
De sector hoopt dat de beperkingen tijdelijk zijn en rekent voorzichtig op het nieuwe schelpdierbeleid, dat dit najaar gepresenteerd zal worden. De erkenning dat de mosselvissers met het opvissen en uitzaaien van het zaad een gunstige invloed hebben op de hoeveelheid mosselen die tot volle wasdom komt, doet hoop gloren bij de vissers. „We hopen dat het nieuw beleid weer wat grotere mogelijkheden biedt." Zo zou het „taboe" van het mosselzaadvissen op de droogvallende platen volgens de vissers moeten verdwijnen.