Nobelprijs voor uitvinders lithium-ion-accu
Een Amerikaan, een Brit en een Japanner krijgen dit jaar de Nobelprijs voor de Scheikunde. Ze ontvangen die prijs voor hun bijdrage aan de ontwikkeling van lithium-ion-batterijen. Die worden gebruikt in onder meer smartphones, tablets en andere draagbare apparaten en in elektrische fietsen en auto’s.
De winnaars zijn de 97-jarige Amerikaan John B. Goodenough, de 77-jarige Brit M. Stanley Whittingham en de 71-jarige Japanner Akira Yoshino. Goodenough is de oudste Nobelprijswinnaar ooit.
Whittingham ontwikkelde in de jaren 70 de eerste werkende batterij met lithium. Hij deed dat tijdens de oliecrisis, toen onduidelijk was hoelang het Westen nog olie kon gebruiken. Goodenough verdubbelde het vermogen. Yoshino paste hem aan, zodat de accu veiliger werd om te gebruiken. Daardoor konden Sony en Asahi Kasei in 1991 de eerste commerciële lithium-ion-accu op de markt brengen. De batterij was licht en stevig en kon honderden keren achter elkaar worden opgeladen.
De drie scheikundigen „hebben een oplaadbare wereld gemaakt”, zegt het Nobelcomité. Lithium-ion-accu’s worden niet alleen in apparaten zelf gebruikt, maar „kunnen ook aanzienlijke hoeveelheden energie uit zon en wind opslaan, waardoor ze een samenleving zonder fossiele brandstoffen mogelijk maken”.
Arthur Ashkin was tot woensdag de oudste Nobelprijswinnaar ooit. Hij kreeg vorig jaar de Nobelprijs voor de Natuurkunde op 96-jarige leeftijd. De jongste winnaar is Malala Yousafzai, die 17 was toen ze in 2014 de Nobelprijs voor de Vrede kreeg. Die prijs wordt vrijdag weer toegekend. Wedkantoren geven de 16-jarige klimaatactiviste Greta Thunberg de meeste kans.
