Oorlog in de Betuwe met losse flodders
Schoolkinderen kijken geboeid als een ‘militair’ uit de Tweede Wereldoorlog een pistoolmitrailleur doorlaadt. Vanaf vrijdag vliegen Amerikaanse en Duitse militairen elkaar opnieuw in de haren.
Een 4 hectare groot weiland naast de historische locatie Schoonderlogt tussen het Gelderse Elst en Valburg vormt deze week het decor van de grootschalige herdenking ”The Island”. Een vergeten stuk geschiedenis wordt tot leven gewekt. Zelfs de Amerikaanse ambassadeur, Pete Hoekstra, komt een kijkje nemen.
Na de oorlog ging alle aandacht uit naar de mislukte Slag om Arnhem, onderdeel van Market Garden, de Waalcrossing, de bevrijding van de Achterhoek, Veluwe en Noord-Nederland en uiteindelijk Nationale Bevrijdingsdag, vertelt organisator Bauke Huisman uit Valburg. „Wat weinig mensen weten is dat er in de Betuwe 198 dagen strijd is gevoerd. De langste veldslag van Tweede Wereldoorlog.”
Niets te vieren
Voor dat geheugenverlies heeft de Betuwse oorlogshistoricus wel een verklaring. „Er viel hier bij de komst van de geallieerden niets te vieren. De oorlog ging gewoon door. De Betuwe was frontlinie. Het gebied was door de Duitsers vrijwel geheel onder water gezet. De bevolking werd geëvacueerd en de ‘bevrijders’ roofden de huizen leeg.” Het militaire spektakel ”The Island” moet die vergeten oorlog weer op de kaart zetten, vindt de stichting Betuws Oorlog Info Centrum (BOIC), waarvan Huisman voorzitter is.
Maandag arriveerden de eerste re-enactors. Vooralsnog zijn dat alleen de ‘vertegenwoordigers’ van de beroemde Easy Compagnie van de Amerikaanse 101 Airborne Divisie. Boerenlandgoed Schoon- derlogt was na Market Garden het hoofdkwartier van dit legeronder- deel. Daar werd ook de legendarische foto gemaakt van kapitein Dick Winters, staande voor het poortgebouw van de statige hoeve. Winters versloeg op enkele kilometers afstand met slechts één peloton van zijn Easy Compagnie een compleet Duits bataljon.
In de loop van de week verzamelen er zich zo’n 150 re-enactors uit diverse landen in Elst. Met in hun kielzog een vijftigtal historische voertuigen, waaronder een Shermantank. Op het terrein worden tal van militaire tenten geplaatst, waaronder een veldhospitaal. In een grote ontvangstruimte vertellen veteranen die in de Betuwe hebben gevochten in een documentaire hun verhaal. Enkele meters verderop zijn een herdenkingsruimte en een mobiel museum ingericht.
Dubbele lading
Huisman hoopt dat de kleinere Betuwse oorlogsmusea de handen ineenslaan voor een blijvend informatiecentrum over de Slag om de Betuwe. De naam van het evenement –”The Island”– heeft ook een dubbele lading. Alles en iedereen die zich bezighoudt met oorlogshistorie verdedigt zijn eigen eilandje. Samenwerking is een zeldzaam fenomeen in het militariawereldje. Toch probeert Huisman dat voor elkaar te krijgen. De herdenkingsmanifestatie bij Schoonderlogt is een eerste stap. In ”The Island” werken vier organisaties en musea samen, financieel ondersteund door drie Betuwse gemeente.
En daarom kunnen honderden leerlingen van 24 Betuwse basisscholen maandag en dinsdag een kijkje nemen op het terrein. Ze horen de verhalen van de oud-strijders, worden rondgeleid door het museum en staan letterlijk stil in de herdenkingsruimte waar foto’s van gesneuvelde militairen hangen. Maar het hoogtepunt beleven ze buiten als soldaten hun voertuigen en –dat vooral– hun wapens demonstreren. Vanaf vrijdag wordt het wapentuig ook daadwerkelijk afgevuurd. Dan brandt de strijd tussen bevrijder en bezetter na 75 jaar opnieuw los. Ditmaal met losse flodders.