‘Expositie Rembrandt-Velázquez is een droom’
Rijksmuseumdirecteur Taco Dibbits noemt de nieuwe tentoonstelling ‘Rembrandt-Velázquez, Nederlandse & Spaanse Meesters’ een droom. Behalve dat de expositie volgens hem iets dromerigs heeft, is het bijzonder dat het werk van deze Nederlandse en Spaanse meesters uit de zeventiende eeuw nu samen is te zien. Extra speciaal is het dat koning Willem-Alexander en de Spaanse koning Felipe de tentoonstelling in Amsterdam donderdag openen.
Het idee om de Nederlandse en Spaanse kunstenaars samen te brengen, ontstond volgens Dibbits al in 2004. Het viel niet mee deze topstukken, zestig in totaal, bij elkaar te krijgen. Dankzij een samenwerking tussen het Museo Nacional del Prado in Madrid, waar de tentoonstelling in iets andere samenstelling eerder was te zien, lukte het. Volgens de museumdirecteur is er in ons land bijna geen Spaanse kunst te vinden, evenals dat er nauwelijks Nederlands werk is in het Zuid-Europese land. „Hierdoor kunnen we elkaars kunst ontdekken.”
De zeventiende eeuw staat door de Tachtigjarige Oorlog in het teken van spanningen tussen Nederland en Spanje. Toch is ook sprake van enorme artistieke bloei, met name door de opkomst van de volgens Dibbits twee grootste portretschilders uit de geschiedenis: Rembrandt Harmensz van Rijn (1606-1669) en Diego Rodríguez de Silva y Velázquez (1599-1660).
Hoewel de Hollandse meesters hun Spaanse collega’s niet kenden, waren er duidelijke overeenkomsten in hun werk. Zo was er in beide landen veel aandacht voor realisme en religie in de schilderkunst. Behalve werken van Rembrandt en Velázquez hangen er ook doeken van Bartolomé Murillo, Johannes Vermeer, Francisco de Zurbarán, Frans Hals en José de Ribera.
De schilderijen hangen in paren, waarbij het niet zo zeer gaat om de gelijkenis als wel het gevoel dat de werken oproepen, zegt Dibbits. „Het is niet heel grijpbaar, maar ze gaan soms bijna met elkaar in gesprek.” Lastig was het wel om de paren te vormen. „Er is veel afgevallen, we gaan voor less is more. Het is een feest voor het oog.”
De expositie opent vrijdag voor publiek en duurt tot en met 19 januari.