De Koerdische droom in Syrië wordt verbrijzeld
Met het aanstaande Turkse offensief in Noord-Syrië wordt, opnieuw, een Koerdische droom verbrijzeld. Niet onterecht voelen de Koerden zich in de steek gelaten door het Westen. Een verkenning in zes vragen en antwoorden.
Wat wil Turkije doen in Noordoost-Syrië?
Turkije gaat, kort gesteld, paal en perk stellen aan de Koerdische droom om een eigen staat te creëren in Noordoost-Syrië. Feitelijk hebben de Koerden die staat daar al enkele jaren, Rojava geheten. Het beslaat nagenoeg heel Syrië ten oosten van de Eufraat. Dit autonome gebied is veel groter dan alleen Koerdisch terrein: er wonen ook veel Arabische en christelijke (Assyrische, Aramese) bevolkingsgroepen. Een deel van hen werkt samen met de Koerden.
Waarom wil Turkije hier ingrijpen?
Een succesvolle Koerdische staat aan de Turkse grens is een nachtmerrie voor de Turkse president Erdogan, die het Koerdische leger als een verlengstuk ziet van de PKK. Dat is een terroristische Koerdische organisatie die in Turkije zelf voor veel problemen zorgt. Door nu Noord-Syrië binnen te vallen kan Erdogan een brede bufferzone van 30 kilometer diep in Syrië creëren tegen de Koerden. Tegelijk kan hij een miljoen Arabische Syriërs in die zone huisvesten die nu als vluchteling in Turkije verblijven. Voor Turkije is binnenvallen in Noord-Syrië dus de oplossing voor twee problemen tegelijk.
Mag Turkije dat zomaar doen?
Tsja, wat mag wel en niet in Syrië? Het is nog steeds een land in oorlog. De Syrische president Assad heeft bijna niets te zeggen in het noordoosten van zijn land, omdat de Koerden daar tot nu toe aan de touwtjes trokken. In januari 2018 kon Turkije al ongehinderd de Syrische regio Afrin binnenvallen. Sindsdien heeft het land de controle daar overgenomen.
Maar ook Assad vind het niet zo erg dat de Koerden daar aan banden worden gelegd. Assad werkt nauw samen met Rusland en, minder openlijk, met Iran om zijn land weer onder controle te krijgen. Op dit moment zijn de inspanningen vooral op de regio Idlib in het westen gericht, maar het zou niemand iets verbazen als Assad van de gelegenheid gebruik zou maken om zelf ook op te trekken naar het noorden, zodat de Koerden van twee kanten in de tang worden genomen. Mogelijk zijn hierover zelfs afspraken gemaakt tussen Syrië, Rusland en Iran enerzijds en Turkije anderzijds. Het is onwaarschijnlijk dat Rusland Turkije zijn gang laat gaan in het noorden zonder er iets voor terug te verwachten.
Amerikaanse troepen trekken zich terug uit het gebied. Waarom? Zij hadden toch beloofd de Koerden te ondersteunen?
Dat klopt. Nog maar een jaar geleden zei president Trump dat hij de Koerden juist wilde helpen. “Ze stierven met ons en voor ons. Ik vergeet dat niet.” Maar Amerika is het beu zelf overal voor op te draaien. Trump heeft eerder dit jaar aan Europese landen, ook aan Nederland, gevraagd om troepen te leveren voor een vredesmissie in Noord-Syrië. Die troepen zouden in een geplande bufferzone de Turken en de Koerden uit elkaar moeten houden. Maar Europa wilde dat niet. Trump wil het ook niet alleen. Nu laat hij de Koerden in de steek, maar dat is dus ook de schuld van Europa.
Kan Turkije nog tegengehouden worden?
Daarvoor is het eigenlijk te laat. Behalve de Amerikanen is er niemand die ter plaatse een vuist kan maken. Het enige dat nog respijt zou kunnen bieden is stevige westerse druk op Turkije. President Trump bood daar maandag een kleine opening voor. Hij zei, in taal die zelfs voor zijn doen wel erg gezwollen was: “Als Turkije iets doet dat ik, in mijn grote en ongeëvenaarde wijsheid, beschouw als te vergaand, zal ik de Turkse economie volledig vernietigen en uitwissen.”
Maar Trump heeft al vaker duidelijk gemaakt dat hij vooral niet wil hebben dat Turkije IS-strijders vrijlaat. Voor Trump is dat belangrijker dan de positie van de Koerden, omdat IS-strijders een gevaar voor de Amerikaanse veiligheid kunnen vormen. De deal tussen Amerika en Turkije is simpel: De Turken nemen de 70.000 IS’ers over (inclusief vrouwen en kinderen) en mogen als wederdienst verder hun gang gaan.
Gaan de Koerden de Turkse aanval zomaar laten gebeuren?
Zeker niet. De Syrische Democratische Strijdkrachten (SDF), die overwegend uit Koerdische maar ook uit christelijke onderdelen bestaan, hebben maandag al aangekondigd vastbesloten te zijn “om ons land tegen elke prijs te verdedigen”. Daarmee zou er zomaar een nieuwe oorlog binnen de Syrische grenzen kunnen ontstaan – dit keer in het tot nu toe tamelijk vreedzame noordoosten.
Maar het Turkse leger is veel sterker dan dat van de Koerden. Het is dus waarschijnlijk dat Rojava volledig onder de voet gelopen wordt. En dat is een bittere pil voor de Koerden. Juist zij hebben de kastanjes uit het vuur gehaald in de strijd tegen IS, maar zij krijgen nu stank voor dank.