Beroepsverbod voor niet-meewerkende bankier
Een van fraude verdachte bankmedewerker die niet aan een intern onderzoek wilde meewerken, heeft een beroepsverbod van zes maanden opgelegd gekregen. Dat heeft de Tuchtcommissie Banken besloten. De bankmedewerker had door de weigering de bankierseed overtreden.
De medewerker werd verdacht van het ongeoorloofd inloggen op rekeningen van klanten en zou in totaal 20.000 euro te hebben weggesluisd. Toen hij daarmee werd geconfronteerd wilde hij niet meewerken aan een onderzoek, waarop hij werd ontslagen. De tuchtcommissie legde hem daarbovenop een beroepsverbod op omdat hij zich „niet open en toetsbaar heeft opgesteld”.
Een andere bankmedewerker kreeg ook een beroepsverbod van zes maanden vanwege een vervalste brief. Die was in een rechterlijke procedure ingebracht om een beroep te doen op een ontbindende voorwaarde in het koopcontract van een huis.
De Tuchtcommissie legde een andere bankmedewerkster een beroepsverbod van drie maanden op. Zij verhoogde de limieten van haar eigen rekening en die van haar echtgenoot waardoor ze meer rood konden staan.