Slapen in een Japans capsulehotel: dat betekent oordoppen in
Sommigen spreken van een krokettenmuur voor mensen. Anderen zien er een ct-scanapparaat in, of een ladenkast om mensen in op te bergen – ook bepaald geen compliment voor een typisch Japanse uitvinding: het capsulehotel. Maar een slaapplek? Dat valt tegen.
Japanners noemen ze ”capseru oteru”: hotels waar naar je kamer gaan neerkomt op jezelf inschuiven in een nisje in de muur.
Best handig, zo’n hotel, want wie als werknemer heeft moeten overwerken (en in Japan gebeurt dat nogal eens) en om die reden zijn laatste trein, metro of vliegtuig heeft gemist, kan hier relatief goedkoop nog een slaapplek vinden. Daarom staan ze doorgaans dicht bij stations van metro en trein en in de buurt van vliegvelden.
Je moet overigens wel echt in Japan zijn om capsulehotels vol te zien lopen met gasten. Want zulke slaapmuren symboliseren toch ook iets van de Japanse cultuur en mentaliteit: voor het individu is weinig ruimte, des te meer voor de groep, het team, of het bedrijf.
Of je ook daadwerkelijk kunt slapen, in zo’n slaapcapsule? Dat valt tegen. Akkoord, het valt reuze mee met het gevoel opgesloten te liggen in een heel kleine ruimte. Dat komt mede door de ventilator in de capsule, die voor frisse lucht zorgt. Verder ligt het matras prima. Alleen lange Europeanen en Amerikanen hebben mogelijk een probleem. Wie halverwege de nacht zijn hoofd buiten de capsule steekt en om zich heen kijkt, zou zomaar een paar uit stekende voeten kunnen zien.
Over die uithangende voeten gesproken: dat kan doordat de capsules niet echt zijn af te sluiten. Enkel met een rolgordijntje voor de ingang valt van binnenuit iets van privacy te creëren. Maar geluiden laten zich door zo’n gordijntje niet tegenhouden en precies dát maakt een slaapcapsule tot een slaapplek waar je vooral gemakkelijk wakker blijft. Vanwege het lawaai van arriverende gasten bijvoorbeeld, die zo nodig om twee uur of half drie ’s nachts hun bedje nog opzoeken.
Maar ook geluiden van slapende gasten boven, beneden en naast je dringen gemakkelijk door. Wie een nacht doorbrengt in zo’n capsulezaal met honderd capsules langs de wanden, wordt getrakteerd op een nonstop audioweergave van de werkingen des lichaams. En omdat vrouwen hun eigen zalen hebben, klinkt dat alles op een mannenafdeling behoorlijk indringend.
Aan de beheerders ligt het niet: die hebben het beste voor met hun gasten, zo blijkt uit de service. Uiteraard hebben capsulehotels toilet-, douche- en wasruimtes. Verder heeft iedere capsule een eigen kluis – je hoeft je spullen dus niet mee de cabine in te nemen en dat scheelt ruimte. Elke gast krijgt ook nog eens een tas met sanitaire spullen mee. Daar zit een badjas in, een handdoek, slippers, een tandenborstel en zelfs een complete pyama.
Eén ding moet nodig aan die tas worden toegevoegd en dat zijn oordoppen. Zonder die doppen is slapen in zo’n slaapcapsule niet vanzelfsprekend. En loop je groot risico de volgende dag slaapdronken uit je capsule te klauteren.