Buitenland

Buigen als sociaal ritueel is beter dan handjes schudden

Wie de Japanse groepsmentaliteit idealiseert, moet zich maar eens in de metro van Tokio laten pletten. Toch verdienen Japanners vanwege hun sociale discipline van ons een diepe buiging.

20 September 2019 18:34Gewijzigd op 16 November 2020 17:01
Drukte tijdens de avondspits in Tokio. beeld AFP, Franck Fife
Drukte tijdens de avondspits in Tokio. beeld AFP, Franck Fife

Sinds ik eind vorige week terugkwam uit Japan, betrap ik me er meermalen op. Dat ik iemand bij diens komen of gaan niet de hand schudt, maar een lichte buiging voor hem maak. Zoals Japanners dat dagelijks doen.

Ik zou het graag in Nederland introduceren: buigen als begroeting. Omdat je er respect jegens de ander mee uitdrukt.

Onze handdruk mag dan minder afstandelijk overkomen, precies dát maakt die ongeschikt als subtiel gebaar. Vluchtige relaties zijn immers kwetsbaar en vragen om een passend ritueel. Een ”doen alsof we vrienden zijn”-gebaar, zoals een oppervlakkige handdruk nu eenmaal is, is te grofmazig en leidt al gauw tot misverstanden. Juist dát willen Japanners voorkomen. Omdat niet het individu met zijn persoonlijke relaties het laatste woord heeft, maar het groter geheel: het openbare leven, de groep, het volk. Individuen fungeren daarin nog slechts als onderdeeltjes van een kwetsbaar raderwerk.

Die rangorde dringt zich op een prettige manier aan je op zodra je je in het stadsgewoel van Tokio begeeft. Wat een massa jakkert daar ’s ochtends van huis naar kantoor en ’s avonds weer terug!

Ruim tien miljoen inwoners telt de Japanse hoofdstad, en met de voorsteden erbij geteld is dat het drievoudige. En heel die dagelijkse volksverhuizing voltrekt zich met een discipline die mij verbaasde.

Akkoord, rond zeven uur ’s avonds stond ik ter hoogte van Shinjuku en Shibuya in de metro stijf tegen mijn medepassagiers geplet omdat de conducteur zo nodig met zijn volle gewicht de laatste passagiers naar binnen moest persen. Niet eerder voelde ik lichaamsdelen van wildvreemden zo tegen me aangedrukt.

Maar ook dát maakt deel uit van die voor westerlingen zo vreemde rangorde van het collectief eerst. Stond je daarnet nog heel subtiel naar elkaar te buigen, even later word je om diezelfde reden tegen elkaar aangeplakt.

Conformisme, aanpassingsvermogen: dat is wat Japanners met de paplepel wordt ingegoten en de praktische gevolgen daarvan zijn in de metro voelbaar.

Er zijn veel meer nadelen te noemen van die Japanse aanpassingsideologie. Voor wie achterblijft of afhaakt, is weinig begrip of mededogen en een van de meest wrange voorbeelden daarvan zijn de hikikomori: Japanners die zich jarenlang op hun slaapkamer opsluiten omdat de groepsdruk hen teveel is geworden. Ik heb ze ontmoet, hun verhalen gehoord en die ervaring tempert mijn bewondering voor de Japanse discipline.

Ook wie vooroploopt heeft een probleem. Creatief en innovatief gedrag –bijvoorbeeld in het bedrijfsleven– wordt niet gewaardeerd. Dat verklaart iets van de impasse waarin de Japanse economie nu al tientallen jaren zit.

Blijft staan dat buigen goed voor ons Nederlanders zou zijn, en niet enkel op de sportschool. Een subtiel gebaar om respect jegens de ander te communiceren? Dat kennen wij niet meer. Hier geldt immers de omgekeerde orde: het collectief is gereduceerd tot podium voor het individu; het wij heeft het afgelegd tegenover 16 miljoen luidruchtige dikke ikken. Wat frisse wind uit het Oosten kan daarom geen kwaad. Ik blijf dus nog even buigen.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer