Spanningen stijgen in Libanon nu Hezbollah weer vrij spel heeft
Nu de oorlog in Syrië min of meer voorbij is, dreigt een confrontatie tussen Israël en Hezbollah. De Libanese beweging heeft veel gevechtservaring opgedaan en is uitstekend bewapend.
Enkele maanden geleden liepen de spanningen in de Perzische Golf hoog op. De aftrap hiervoor werd al in 2018 gegeven, toen de Amerikaanse president Trump besloot zich uit het nucleaire akkoord met Iran terug te trekken. Dat besluit werd toegejuicht door onder andere de Verenigde Arabische Emiraten (VAE) en Saudi-Arabië.
De Saudische kroonprins Mohammed bin Salman had de Iraanse leider Khameini al eerder met Hitler vergeleken. Hij beweerde dat de Europese politiek indertijd, om een confrontatie met Hitler te vermijden, de Tweede Wereldoorlog had veroorzaakt. De boodschap van de kroonprins was duidelijk. De wereld dient nu niet dezelfde fout te maken met Iran.
Hierbij werd echter geen rekening gehouden met het feit dat president Trump niet bereid was Amerikaanse militairen op te offeren in het zoveelste conflict in het Midden-Oosten. Trump dreigde Iran weliswaar met Amerikaanse vergeldingsacties, maar daar bleef het bij. De VAE waren het eerste land dat de bui zag hangen. Ze besloten hun soldaten weg te halen uit Jemen als handreiking richting Iran. Om vervolgens enkele hoge delegaties naar Teheran te sturen om te praten over het verminderen van de spanningen.
Het Iraanse regime was opgetogen. Teheran riep weliswaar voortdurend op tot een oorlog tegen Israël en de Verenigde Staten, maar dan wel verder van huis – en zeker niet in eigen land. Het merkwaardige is dat het juist Israël was dat de Iraanse ayatollah’s op hun wenken bediende. Met aanvallen in ondermeer Syrië en Libanon werd het oorlogsfront verlegd van de Perzische Golf naar de Levant.
In de zomer van 2006 had de laatste grote militaire confrontatie tussen Israël en Hezbollah plaats. Toen al maakte Israël duidelijk dat de sjiitische Hezbollah de vijand was, en niet de Libanese staat. Dit onderscheid vormde tevens het fundament van de westerse politiek jegens Libanon. De VS financierden en bewapenden het Libanese leger, dat werd geacht de Libanese natie te verdedigen. Dit beleid kende echter één belangrijk manco. In de visie van Washington moest het Libanese leger de staat verdedigen tegen Hezbollah. Als gevolg van de Syrische burgeroorlog werd in Libanon de samenwerking tussen leger en Hezbollah echter steeds sterker.
Kritische stemmen wezen er al geruime tijd op dat op deze manier Amerikaanse wapens en technologie uiteindelijk bij Hezbollah terecht zouden komen. Sinds 2011 vocht Hezbollah in Syrië en kon zich daarom geen oorlog met Israël permitteren. Israël hoopte dat dit Hezbollah militair zou verzwakken. De beweging incasseerde inderdaad verliezen, maar daar stonden andere waardevolle zaken tegenover. Hezbollah kon in Syrië direct samenwerken met Iran en vooral ook met Russische militairen en generaals. De strijders van Hezbollah deden in Syrië bovendien praktijkervaring op. Hezbollah wordt daarom wel het best bewapende en getrainde niet-statelijke leger in het Midden-Oosten genoemd.
De oorlog in Syrië is ondertussen grotendeels beëindigd, waardoor Hezbollah zich weer op Israël kan concentreren. Onder aanmoediging van Teheran.